OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.
Rechtgeleide Kaliefen – Hazrat Umar ibn al-Khaṭṭāb (ra)
Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwuz en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) dat hij zou doorgaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Umar (ra).
Overwinning in Madain
Zijne Heiligheid (aba) zei dat Madain werd veroverd tijdens het tijdperk van Hazrat Umar (ra), een overwinning die was voorspeld door de Heilige Profeet (sa). Tijdens de Slag om de Loopgraven, toen hij een rots kapotsloeg die in de weg was gekomen tijdens het graven van de loopgraven, voorspelde de Heilige Profeet (sa) de overwinning van de islam in Syrië, Perzië bij de kastelen Madain en Jemen bij de kastelen van Sana. Hoewel in die tijd sommige mensen grappen maakten en zich afvroegen hoe de moslims zulke grote rijken zouden veroveren. Toch waren dit profetieën, die allemaal zouden worden vervuld.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat Madain ten zuiden van Bagdad ligt, en aangezien hier verschillende steden bevolkt waren, noemden de Arabieren het Madain of veel steden. Hier woonde ook Kisra in een wit kasteel. Hazrat Sa’d(ra) leidde een leger daarheen en de rivier de Tigris moest worden overgestoken om daar te komen. De schepen waren al in beslag genomen en dus zocht Hazrat Sa’d(ra) naar een manier om de rivier over te steken. Op een nacht zag hij een droom waarin de moslims op hun paarden de rivier overstaken. Dit was dus precies hoe de moslims het kasteel van Kisra overstaken en vervolgens dit in beslag namen, waardoor de profetie van de Heilige Profeet (s) werd vervuld.
De slag bij Jalulah
Zijne Heiligheid (aba) zei dat de Perzen zich toen verzamelden in een plaats genaamd Jalulah, een stad in Irak waar ze begonnen met de voorbereidingen om de moslims te bestrijden. In opdracht van Hazrat Umar(ra) stuurde Hazrat Sa’d(ra) Hazrat Hashim bin Utbah(ra) met een leger van 12.000 man. Toen de moslims arriveerden, omsingelden ze Jalulah en bleven daar een maand, gedurende welke tijd er veldslagen zouden uitbreken. De moslims wonnen uiteindelijk en vroegen ook aan Hazrat Umar(ra) of ze verder achter die mensen aan moesten gaan, waarop Hazrat Umar(ra) antwoordde dat ze dat niet moesten doen, omdat het de levens van de moslims nog meer in gevaar zou brengen.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat bij het zien van de vele oorlogsbuit, Hazrat Umar (ra) begon te huilen. Iemand vroeg waarom hij huilde, want dit was een tijd van grote vreugde. Hazrat Umar (ra) antwoordde dat wanneer mensen zulke rijkdom tegenkomen, het potentieel voor hebzucht en vijandschap toeneemt, en deze angst had hem aan het huilen gemaakt. Zijne Heiligheid (aba) zei dat we in de moslimwereld van vandaag zoveel hebzucht en vijandschap voor wereldse rijkdom zien.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Sa’d(ra) aan Hazrat Umar(ra) de informatie doorgaf dat een Perzisch leger zich verzamelde in een plaats genaamd Masabzan om de moslims aan te vallen. Hazrat Umar (ra) gaf opdracht dat Zaarar bin Khattab met een leger gestuurd moest worden om hen te bestrijden. De moslims gingen daarheen en zegevierden, waarna de lokale bevolking vluchtte. Zaarar bin Khattab nodigde hen echter uit om in hun stad te komen wonen. Er wordt ook vermeld dat deze plaats zonder strijd werd veroverd.
De verovering van Khuzestan
Zijne Heiligheid (aba) zei dat Khuzestan ook werd veroverd tijdens het tijdperk van Hazrat Umar (ra). Onder Utbah bin Ghazwan stuurde Hazrat Umar(ra) een klein leger naar deze plaats omdat hij daar verschillende tactische voordelen zag. Het primaire doel leek te zijn om te voorkomen dat verdere voorraden het Perzische leger zouden bereiken dat ze zouden gebruiken om tegen de moslims te vechten.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat in hun overwinning op Ahwaz, het moslimleger geleid werd door Mughirah bin Sha’bah en Abu Musa Ash’ari. Het is opgetekend dat tijdens deze verovering het moslimleger veel slaven als gevangenen had genomen. Echter, Hazrat Umar (ra) instrueerde dat ze allemaal moesten worden vrijgelaten, aangezien er geen slavernij of gevangenschap mocht zijn.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat Romhormoz ook werd veroverd door de moslims. Yazdegard zette de Perzen op tegen de moslims. Nu’man bin Muqarrin werd gestuurd onder de instructie van Hazrat Umar(ra) om het leger te leiden. De moslims versloegen de Perzen op deze plaats, van waaruit de Perzen zich opnieuw verzamelden in Dustar. De moslims wonnen daar ook.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat een van hun leiders, Hormuzan, had gezegd dat hij wenste dat zijn lot werd bepaald door Hazrat Umar (ra). Toen hij daarheen werd gebracht en Hazrat Umar (ra) zag, vroeg Hormuzan waar de lijfwachten en dienaren van Hazrat Umar (ra) waren. Hem werd verteld dat hij zulke zaken niet had. Hierop zei Hormuzan dat hij een profeet leek en dat hij de voorbeelden van profeten volgde. Hazrat Umar (ra) zei dat hij alleen met Hormuzan zou praten als hij al zijn sieraden en versieringen die hij droeg afdeed. Toen informeerde Hazrat Umar(ra) hem dat zijn lot was gerealiseerd vanwege zijn oneerlijkheid en verraad. Hormuzan gaf toe dat de moslims zegevierden omdat ze een verenigd front hadden. Later accepteerde Hormuzan de islam en vestigde zich in Medina. Hij zou later worden geraadpleegd in volgende gevechten tegen de Perzen.
Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij zou doorgaan met het belichten van incidenten uit het leven van Hazrat Umar(ra) in toekomstige preken.
Gebed voor oveledenen
Huzoor (aba) zei dat hij de begrafenisgebeden (in afwezigheid) van de volgende overleden leden zou leiden.
Prof. Syeda Naseem Syed Sahiba echtgenote van Muhammad Syed Sahib. Zij is onlangs overleden in Pakistan. Haar vader was Hazrat al-Haaj Hafiz Dr. Syed Shafee Sahib die een groot geleerde en auteur was. Hij had de Beloofde Messias(as) aanvaard toen hij twaalf jaar oud was. Naseem Syed Sahiba wordt overleefd door vier zonen en twee dochters. Ze diende de Gemeenschap op verschillende manieren en gedurende vele jaren. Ze was zeer deskundig en heeft eigen publicaties uitgebracht. Ze was regelmatig in het gebed en had een persoonlijke band met vier van de kaliefen van de Gemeenschap uit de tijd vanaf de tweede Khalifa(ra). Zijne Heiligheid (aba) zei dat ze via brieven met hem in contact zou blijven. Ze was regelmatig in het aanbieden van financiële bijdragen en gebood haar kinderen hetzelfde te doen. Zijne Heiligheid (aba) bad dat Allah haar met vergeving en genade moge behandelen en haar positie moge verhogen.
Daud Sulaiman Butt Sahib uit Duitsland die aan kanker is overleden. Hij laat zijn vrouw, een dochter en twee zonen na. Hij stond altijd klaar om de gemeenschap te dienen. Hij had werkelijk voorrang gegeven aan zijn geloof boven wereldse zaken. Hij zou regelmatig financiële bijdragen aanbieden. Voordat hij met iets begon, zou hij ervoor zorgen dat hij de Heilige Koran reciteerde. In Duitsland zou hij deel uitmaken van de veiligheidsdienst van Zijne Heiligheid(aba). Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij hem altijd zijn plicht op een uitstekende manier zag uitvoeren. Zijne Heiligheid (aba) bad dat Allah zijn kinderen in staat mocht stellen zijn deugden voort te zetten.
Zahida Parveen Sahiba, echtgenote van Ghulam Mustafa Awan Sahib. Zij is overleden in Pakistan. Ze laat een zoon en vier dochters na. Drie van haar schoonzonen dienen als waqf-e-zindighi’s. Als zodanig waren twee van haar dochters het land uit en konden uiteindelijk niet bij haar zijn. Zijne Heiligheid (aba) bad dat Allah haar met vergeving en genade zou behandelen en haar kinderen in staat zou stellen haar deugden voort te zetten.
Rana Abdul Waheed Sahib uit Londen die op 26 juni overleed aan een hartaanval. Hij diende de Gemeenschap in verschillende hoedanigheden. Hij werkte met grote ijver en geluk. Zijne Heiligheid (aba) bad dat Allah hem met vergeving en genade zou behandelen en geduld zou schenken aan zijn familie.
Al-Haaj Mir Muhammad Ali Sahib, voormalig nationaal voorzitter van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap in Bangladesh. Hij diende ook als de lokale president van Dhaka. Hij bezat vele deugdzame eigenschappen. Hij hield veel van Khilafat. Hij laat een zoon en twee dochters na. Zijne Heiligheid (aba) bad dat Allah hem met vergeving en genade zou behandelen en zijn kinderen in staat zou stellen zijn deugden voort te zetten.
Samengesteld door Afdeling Isha’at van Majlis Khuddam-ul-Ahmadiyya Nederland