Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 5 februari 2021 | ‘Mannen van excellentie: Hazrat Uthman Ibn Affan (ra)’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

‘Mannen van excellentie: Hazrat Uthman Ibn Affan (ra)’

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, sprak Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba over Hazrat Uthman Ibn Affan (ra).

Wanneer de Heilige Profeet (vzmh) vertrok voor de Slag van Zaat-ir-Riqa’ om tegen de Ghatfaan stam te vechten, stelde hij Hazrat Usman (ra) aan als de Emir van Medina tijdens zijn afwezigheid. De Heilige Profeet (vzmh) werd vergezeld door 700 mensen. Er heeft geen gevecht plaatsgevonden. Dit was de eerste keer dat de Moslims Salaat-ul-Khauf (gebed tijdens oorlogsvoering) hadden aangeboden.

Ten tijde van de verovering van Mekka had de Heilige Profeet (vzmh) een algemene amnestie aangekondigd voor alle Mekkanen, met uitzondering van vier mannen en twee vrouwen. Ikrima, de zoon van Abu Jahal, behoorde tot deze vier mannen. Er wordt over hem verteld dat hij uit Mekka vluchtte en door middel van een schip probeerde te ontsnappen. Toen hij echter met een storm geconfronteerd werd bad hij tot Allah om hem te redden en beloofde dat hij dan zou terugkeren en Bai’at zou doen aan de hand van de Heilige Profeet (vzmh). De meer bekende vertelling stelt dat zijn vrouw hem had kunnen bereiken voor hij aan boord ging en hem had verteld dat de Heilige Profeet (vzmh) hem had vergeven. Nadat hij de eed had afgelegd vroeg de Heilige Profeet (vzmh) aan zijn volgelingen om hem tevragen wat hij maar wilde. Hazrat Ikrimah (ra) zei om te bidden voor vergiffenis voor zijn vijandige daden tegenover de Heilige Profeet (vzmh). De Heilige Profeet (vzmh) heeft voor hem gebeden.

Één van deze vier mannen die veroordeeld werd ten tijde van de verovering van Mekka was Abdullah bin Sa’ad bin Abi Sarah. Hij zocht toevlucht bij Hazrat Usman (ra). Hazrat Usman (ra) heeft hem later naar de Heilige Profeet (vzmh) gebracht en voor zijn vergiffenis verzocht, en vroeg hem om de eed af te leggen. Na enige aarzeling heeft de Heilige Profeet (vzmh) dit verzoek ingewilligd. Hazrat Khalifatul Masih (aba) heeft meerdere historische aspecten uitgelegd in verband met dit incident alsook de context ervan.

Hazrat Usman (ra) heeft ontelbare financiële opofferingen gepresenteerd ten tijde van de Slag van Tabuk. Moslims hadden grote nooden de Heilige Profeet (vzmh) had hiervoor een oproep gedaan aan zijn volgelingen. Hazrat Usman (ra) had een karavaan met 100 kamelen die op punt stond om te vertrekken naar Syrië. Zonder aarzelen heeft hij deze overgedragen aan de Heilige Profeet (vzmh). De Heilige Profeet (vzmh) heeft later eentweede oproep gedaan. Hazrat Usman (ra) heeft daarop nogmaals 100 kamelen overhandigd en heeft dit daarna nog een derde keer gedaan na een laatste oproep van de Heilige Profeet (vzmh). De Heilige Profeet (vzmh) zei toen, “Wat Usman hierna ook doet, hij zal door God niet verantwoordelijk worden gehouden”.

Hazrat Usman (ra) heeft bij meerdere gelegenheden financiële opofferingen gebracht. Bij een dergelijke gelegenheid had hij 200 auqiya (onzen) goud gepresenteerd aan de Heilige Profeet (vzmh).De Heilige Profeet (vzmh)heeft vervolgens gebeden met de woorden, “O Allah, wees tevreden met Usman zoals ik tevreden ben met hem”.

Hazrat Musleh Maud (ra) stelde dat de Metgezellen van de Heilige Profeet (vzmh) op verschillende momenten hun huishoudelijke voorwerpen en bezittingen presenteerden voor het welzijn van andere Moslims. Er werd zo ook eens een waterput verkocht omdat de Moslims in nood verkeerden. De Heilige Profeet (vzmh) vroeg of er iemand was die deze beloning zou verdienen? Hazrat Usman (ra) antwoordde daarop, “O Profeet van Allah, ik ben hiervoor aanwezig”. Hij heeft daarop de waterput gekocht en aan de moslims gegeven om te gebruiken. De Heilige Profeet (vzmh) zei, “Usman heeft het paradijs (figuurlijk) gekocht”. Er waren drie incidenten in het leven van Hazrat Usman (ra) waarbij de Heilige Profeet (vzmh) opmerkte dat hij het paradijs had gekocht in ruil voor zijn offers.

Ooit zei de Heilige Profeet (vzmh) tegen Hazrat Usman (ra), “God zal je een hemd verlenen en de hypocrieten zullen proberen om dit van jou af te trekken. Je mag het echter nooit loslaten.” Dit voorspelde het kalifaat van Hazrat Usman (ra).

Hazrat Khalifatul Masih (aba) vermeldde de diensten van Hazrat Usman (ra) gedurende de tijdperken van Hazrat Abu Bakr (ra) en Hazrat Umar (ra). Voor zijn dood had Hazrat Umar (ra) een zevenledig comité samengesteld voor de verkiezing van de volgende kalief. Het comité bestond uit Hazrat Ali(ra), HazratUsman(ra), Hazrat Talha(ra), Hazrat Zubair(ra), Hazrat Sa’ad(ra), Hazrat AbdurRahman(ra)en Hazrat Abdullah ibnUmar(ra) (enkel voor consultatie en niet verkiesbaar). Na een gedetailleerde discussie en consultatie heeft Hazrat AbdurRahman (ra), alsvoorzitter van het comité, Hazrat Usman (ra) genomineerd als kalief.

Tot slot heeft Hazrat KhalifatulMasih (aba) wederom aangemoedigd om te bidden voor de Ahmadi’s in Pakistan.

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 29 januari 2021 | ‘Mannen van excellentie: Hazrat Uthman Ibn Affan (ra)’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

‘Mannen van excellentie: Hazrat Uthman Ibn Affan (ra)’

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, sprak Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba over Hazrat Uthman Ibn Affan (ra).

Hazrat Usman (ra) kon fysiek niet deelnemen aan de Slag van Badr. De Heilige Profeet (vzmh) heeft hem echter een portie van de oorlogsbuit gegeven en hierdoor werd hij dus geteld tot degenen die in Badr gevochten hadden. De reden hiervoor is dat Hazrat Ruqayyah (ra) die de vrouw was van Hazrat Usman (ra) en de dochter was van de Heilige Profeet (vzmh), heel ziek was. De jaar daarop in het derde jaar van Hijra was de Heilige Profeet (vzmh) vertrokken naar Medina voor de Slag van Ghatfaan en hij had Hazrat Usman (ra) als Emir van Medina achtergelaten.

Hazrat Usman (ra) heeft deelgenomen in de Slag van Uhud. Omdat de toegewezen boogschutters hun aangewezen plek verlieten, werden de moslims geconfronteerd met een plotselinge aanval. Dit heeft de meerderheid van de Metgezellen doen verspreiden en er bleven alleen 12 metgezellen achter bij de Heilige Profeet (vzmh). Hazrat Usman (ra) behoorde ook tot de verspreidde Metgezellen met het geloof en de oprechtheid van deze metgezellen in gedachten die zich hadden verspreid in de slag bij Uhud.

Allah heeft een algemene pardon aangekondigd voor hen in de Heilige Koran:

“Voorzeker, diegenen onder u die op de dag waarop de twee scharen elk ander ontmoetten, omkeerden, werden door Satan wegens hun daden aan het wankelen gebracht. Maar Allah heeft het hen vergeven. Voorwaar, Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam.” (3:156)

Hazrat Khalifatul Masih (aa) heeft dan details verteld over het Verdrag van Hudaibiyah. De Heilige Profeet (vzmh) had als intentie om naar Mekka te reizen, gebaseerd op een droom waarin de Heilige Profeet (vzmh) zichzelf en zijn Metgzellen Umrah zag uitvoeren. De Heilige Profeet (vzmh) wense echter ook vechten te vermijden en vestigde bij een plaats genaamd Hudaibiya dichtbij Mekka.

De Heilige Profeet (vzmh) besloot om iemand als zijn ambassadeur te sturen die in Mekka goed gerespecteerd zou zijn. Hiervoor werd Hazrat Usman (ra) geselecteerd, om naar Mekka te gaan en hen te informeren over de vreedzame intenties van de Moslims en dat ze alleen Umrah wensten uit te voeren. Mekka weigerde als zijn eisen. Wanneer hij terug wou keren hebben een aantal kwade mensen Hazrat Usman (ra) en zijn metgezellen gevangen genomen.

Het nieuws bereikte de Moslims dat Hazrat Usman (ra) gemarteld werd. De Heilige Profeet (vzmh) werd heel boos om dit te horen en had de eed afgelegd bij zijn Metgezellen en beloofde in alle omstandigheden te vechten en de rug niet te keren. Deze eedaflegging is bekend als Bai’at Ridhwan. Tijdens deze eedaflegging had de Heilige Profeet (vzmh) één van zijn eigen handen geplaatst over de andere hand en zei dat dit de hand van Usman was. Allah Zegt over deze eedaflegging:

“Voorzeker, Allah had aan de gelovigen welgevallen, toen zij u onder de boom trouw zwoeren en Hij wist wat in hun hart was en Hij zond op hen kalmte neder en Hij beloonde hen met een spoedige overwinning.”(48:19)

Wanneer de Mekkanen over deze eedaflegging en toewijding te weten waren gekomen hebben ze Hazrat Usman (ra) vrijgelaten en waren akkoord gegaan om een vredesgedrag met de Moslims te sluiten en hen toestemming te verlenen om het jaar daarop Umrah te laten uitvoeren.

Tegen het einde heeft Hazrat Khalifatul Mashih (aa) aangemoedigd om te bidden voor de Ahmadi’s van Pakistan.

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 22 januari 2021 | ‘Mannen van excellentie: Hazrat Uthman Ibn Affan (ra)’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

‘Mannen van excellentie: Hazrat Uthman Ibn Affan (ra)’

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, sprak Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba over Hazrat Uthman Ibn Affan (ra).

Over de komende weken zal ik over Hazrat Usman(ra) vertellen. Hij had zelf niet deelgenomen aan de Slag van Badr, maar behoorde echter wel tot de acht gelukzalige individuen die een portie van de oorlogsbuit gekregen hadden van de Heilige Profeet (vzmh).  Hij wordt daarom gerekend tot de Badri-Metgezellen. Hij was ongeveer vijf jaar jonger dan de Heilige Profeet (vzmh).

Hij stond bekend onder de titel Zun-Nurain (bezitter van twee lichten) omdat hij getrouwd was met twee dochters van de Heilige Profeet (vzmh). In Mekka huwde de Heilige Profeet (vzmh) zijn dochter Hazrat Ruqayyah (ra) met Hazrat Usman(ra). Zij overleedin de tijd van de Slag van Badr. Na haar dood huwde de Heilige Profeet (vzmh) zijn dochter Hazrat Umme-Kulsum (ra) met Hazrat Usman(ra). Volgens een andereoverlevering was de reden voor zijn titel vanZun-Nurain dat hij de Koran overvloedig zou reciteren tijdens zijn Tahajjud gebed. Aangezien de Koran Nur (het licht) is en ookTahajjudNur is, kreeg hij deze titel.

Inzage zijn aanvaarding van de Islam wordt vermeld dat Hazrat Usman (ra) en Hazrat Talha (ra) Hazrat Zubair (ra) hadden gevolgd en in het gezelschap van de Heilige Profeet (vzmh) waren toegetreden. De Heilige Profeet (vzmh) presenteerde de boodschap van de Islam en reciteerde de Koran voor hen. Ze hebben daarop beide de Islam aanvaard. Vervolgens zei Hazrat Usman (ra) tegen de Heilige Profeet (vzmh) dat hij gedurende zijn reis naar Syrië een persoon had horen aankondigen: “O mensen, ontwaak uit jullie slaap, want Ahmad is naar deze wereld gestuurd”.

Na het aanvaarden van de Islam moest Hazrat Usman (ra) meerdere moeilijkheden en vervolging het hoofd bieden. Zijn vaderlijke oom was bijzonder onderdrukkend tegenover hem en had hem met touw vastgebonden en vroeg hoe hij het geloof van zijn voorvaders kon verlaten. Hij beloofde dat hij Hazrat Usman (ra) niet zou loslaten tot hij de Islam zou afzweren. Hazrat Usman (ra) was onder geen enkele omstandigheid bereid om dit te doen. Zijn oom moest hem uiteindelijk loslaten.

Het huwelijk van de twee dochters van de Heilige Profeet (vzmh), Hazrat Ruqayyah(ra) en haar zus (ra), werd besloten met de twee zonen van Abu Lahab, Utbah en Utaibah. Maar als gevolg van de openbaring van SurahLahab had Abu Lahab deze verloving verbroken. Hierna trouwde Hazrat Usman (ra) met Hazrat Ruqayyah (ra). Om zichzelf tegen onderdrukking te beschermen zijn ze samennaar Abessiniëgemigreerd. Zij keerden later terug naar Mekka en migreerden met de Moslims naar Medina. Ooit had de Heilige Profeet (vzmh) Hazrat Ruqayyah (ra) geadviseerd: “O mijn dochter, wees zeer hoffelijk jegens hem, aangezien hij onder mijn metgezellenhet meeste op mij lijkt in mijn moraal.”

Na de dood van Hazrat Ruqayyah (ra), kort na de Slag van Badr, kwam de Heilige Profeet (vzmh) Hazrat Usman (ra) eens tegen bij de deur van de moskee. De Heilige Profeet (vzmh) zei dat “de engel Gabriël heeft me geïnformeerd dat God het huwelijk van Hazrat Umme-Kulsum (ra) met jou heeft aangekondigd.” Een paar dagen voor hun huwelijk had de Heilige Profeet (vzmh) zijn dochter Hazrat Umme-Kulsum (ra) gevraagd over haar echtgenoot en hoe hij haar behandelde. Zij antwoordde dat hij een uitstekende echtgenoot was. Hazrat Umme-Kulsum(ra) is overleden in het negende jaar van Hijrah.

Er wordt in sommige overleveringen vermeld dat de Heilige Profeet (vzmh) na de dood van Hazrat Umme-Kulsum (ra) al wenend naast haar graf werd gezien. Bij een gelegenheid stelde hij, “als ik een derde dochter had gehad, zou ik haar gehuwd hebben met Hazrat Usman (ra).” Dit was zijn manier om zijn liefde en eerbied te tonen aan Hazrat Usman (ra).

Hazrat KhalifatulMasih (aba) moedigde iedereen aan om te bidden voor de Ahmadi’s in Pakistan en Algerije.

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 15 januari 2021 | ‘Mannen van excellentie: Hazrat Ali(ra); Lancering van MTA Ghana.’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Rechtgeleide Khulafa (Kaliefen) – Hazrat Alira en de lancering van MTA Ghana

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba, dat hij in deze vrijdagpreek verder zal gaan met het belichten van de incidenten uit het leven van Hazrat Alira.

Hazrat Ali’sra Liefde voor God

Zijne Heiligheidaba vertelde over een incident waarin Hazrat Husseinra zijn vader Hazrat Alira vroeg of hij van hem hield, waarop Hazrat Alira antwoordde dat hij dat deed. Hazrat Husseinra vroeg toen of Hazrat Alira van God hield, waarop hij antwoordde dat hij dat ook deed. Hazrat Hussainra vroeg zich af of dit dan niet als Shirk [deelgenoten aan God toekennen] zou kunnen worden beschouwd? Hazrat Alira antwoordde dat dit geen Shirk was, want als hij zou moeten kiezen tussen de liefde voor God en de liefde voor zijn zoon dan zou hij kiezen voor de liefde voor God.

Zijne Heiligheidaba vertelde over een incident waarin Hazrat Alira eens een van zijn werknemers tot zich riep en de werknemer niet reageerde. Hij riep enkele keren, maar kreeg geen alsnog antwoord terug. Later zag hij de werknemer langslopen en vroeg hem waarom hij niet had gereageerd. De werknemer antwoordde door te zeggen dat hij wist dat Hazrat Alira vriendelijk was en hem niet zou straffen, maar hem met vriendelijkheid en mededogen zou bejegenen. Hazrat Alira vond dit antwoord zo mooi dat hij hem bevrijdde.

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira eens langs zijn zonen kwam terwijl iemand hen de Heilige Koran onderwees. Toen hij langskwam, hoorde hij dat hun werd geleerd om ‘Khatimun Nabiyyin’ te zeggen in plaats van ‘Khatamun Nabiyyin’ [Zegel van de profeten]. Hazrat Alira zei dat hoewel er andere dialecten kunnen zijn (andere variaties waarop ‘Khatam’ uitgesproken kan worden), het zeggen van Khatimun Nabiyyin (ook kan betekenen) dat het degene zou zijn die het profeetschap beëindigde, terwijl Khatamun Nabiyyin (primair) het zegel van profeten betekent, en dat is de juiste uitspraak en betekenis.

Verlangen om de geboden van de Heilige Koran te vervullen

Zijne Heiligheidaba zei dat er in de Koran een gebod is dat men aalmoezen moet geven voordat men de Heilige Profeets over een bepaalde kwestie raadpleegt. Hazrat Alira had de Heilige Profeets niet geraadpleegd over enige kwestie vóór de openbaring van dit gebod, maar nadat het gebod werd geopenbaard, ging hij naar de Heilige Profeets, gaf aalmoezen en zei dat hij de Heilige Profeetwilde raadplegen over een kwestie. Dus nam de Heilige Profeets hem aan de kant en sprak met hem. Later vroeg iemand aan Hazrat Alira waarover hij de Heilige Profeethad geraadpleegd. Hazrat Alira antwoordde en zei dat er in feite geen specifieke kwestie was, hij wilde alleen dit gebod van de Heilige Koran dat instrueert om aalmoezen te geven voordat de Heilige Profeets geraadpleegd wordt in praktijk brengen en vervullen.

Zijne Heiligheidaba zei dat dit de manier was waarop de metgezellen trachtten de geboden van de Heilige Koran te vervullen. Er was een metgezel die het Korangebod had willen vervullen, waarin vermeldt staat dat als u naar iemands huis gaat en ze u niet binnenlaten, u op een vrolijke manier weg moet gaan. Hazrat Alira zei echter dat niemand hem ooit de toegang weigerde wanneer hij bij iemand op bezoek ging. Zijne Heiligheidaba zei dat dit de manieren waren van de metgezellen. Als iemand tegenwoordig zou zeggen dat ze het druk hebben en het bezoek weigeren, dan zal de ander het erg vinden en zich beledigd voelen.

Zijne Heiligheidaba zei dat de Heilige Profeets eens advies gaf aan Hazrat Alira, dat als hij zelfs maar één persoon naar het juist pad zou leiden, het beter zou zijn dan een gebied tussen twee bergen gevuld met schapen te hebben (een uiterst waardevol bezit).

Zijne Heiligheidaba zei dat de Heilige Profeets eens zei dat iedereen die van Hazrat Alira hield, van de Heilige Profeets hield, en dat iedereen die van de Heilige Profeetsa hield, van Allah hield; en iedereen die vijandschap had jegens Hazrat Alira, vijandschap had jegens de Heilige Profeets, en iedereen die vijandschap had met de Heilige Profeets vijandschap met Allah had. De Heilige Profeetzei ook dat alleen ware gelovigen van Hazrat Alira zouden houden, terwijl de hypocrieten vijandschap tegen hem zouden hebben.

Hazrat Ali’sra verlangen naar rechtvaardigheid en onpartijdigheid

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira altijd betrouwbare mensen zou benoemen op gezaghebbende functies. Als hij echter ooit hoorde van de oneerlijkheid van een bepaalde persoon, dan zou hij hem een brief schrijven met verzen uit de Heilige Koran die betrekking hebben op rechtvaardigheid en onpartijdigheid.

Zijne Heiligheidaba vertelde over een incident toen Hazrat Alira door een markt liep, en hij iedereen adviseerde die hij ontmoette om altijd de waarheid te spreken, rechtvaardig en onpartijdig te zijn en zaken te doen met volledige transparantie en eerlijkheid.

Zijne Heiligheidaba citeerde Hazrat Mirza Bashiruddin Mahmud Ahmadra die zei dat tijdens het Khilafat (Kalifaat) van Hazrat Abu Bakrra en Hazrat Umarra er minder onrust was die ontstond omdat er meer mensen waren die baat hadden bij het gezelschap van de Heilige Profeets. Maar later in het Khilafat (Kalifaat) van Hazrat Uthmanra en Hazrat Alira was het aantal mensen die in het gezelschap leefden van de Heilige Profeets minder, en als gevolg hiervan nam wanorde toe. Toen iemand Hazrat Alira vroeg waarom er tijdens de tijdperken van de vroegere Khulafa (Kaliefen) minder wanorde was, antwoordde Hazrat Alira door te zeggen dat “tijdens hun Khilafat ze mensen zoals ik onder zich hadden, en tijdens mijn Khilafat, ik mensen onder mij heb zoals u.”

Zijne Heiligheidaba zei dat toen de Romeinse keizer de onenigheid zag tussen Hazrat Alira en Amir Mu’awiyahra, hij een kans zag om de Moslims aan te vallen. Een priester adviseerde de keizer echter dat hij zich moest onthouden van elke vorm van aanval, want zelfs als er verdeeldheid onder de Moslims leek te zijn, zouden ze zich verenigen om zich tegen hem te verdedigen. Toen Hazrat Mu’awiyahra op de hoogte was van de bedoelingen van de Romeinse keizer, schreef hij hem een ​​brief waarin hij zei dat, hoewel er een meningsverschil kan zijn tussen hemzelf en Hazrat Alira, als de Romeinse keizer toch besloot de Moslims aan te vallen, hij de eerste persoon zou zijn die samen met het leger van Hazrat Alira  in de verdediging zou staan.

Nobele kwaliteiten van Hazrat Alira

Zijne Heiligheidaba zei dat Amir Mu’awiyahra eens iemand vroeg om te vertellen over de kwaliteiten van Hazrat Alira. Hij zei dat Hazrat Alira standvastig was en grote kracht had. Hij maakte moedige en rechtvaardige besluiten. Hij was een bron van kennis en wijsheid. Hij had geen verlangen naar materiële zaken, maar hield liever van de eenzaamheid van het nachtelijk gebed. Hij was erg wijs; hij droeg eenvoudige kleren en at eenvoudig voedsel en leefde onder de mensen als een gewoon mens. Hij stond altijd klaar om alle vragen die hem werden gesteld te beantwoorden. Hoewel hij altijd veel medeleven met de mensen toonde en de mensen veel genegenheid voor hem hadden, zouden mensen nog steeds het ontzag voelen voor zijn aanzien. Hij hield van degenen die geestelijk waren en hield de armen dichtbij. Zelfs de grootste machten konden hem niet overtuigen met hun valse verhalen, en zelfs de zwakste zou nooit teleurgesteld zijn in zijn hoge niveau van rechtvaardigheid.

Zijne Heiligheidaba citeerde de Beloofde Messiasas, die over Hazrat Alira zei dat hij rechtvaardig, zuiver en van degenen was die Allah het meest dierbaar zijn. Hij was een leeuw van God en was erg vrijgevig. Hij was buitengewoon dapper in de strijd, zozeer zelfs dat hij nooit van zijn plaats op het slagveld zou weggaan. Hij was ook zeer bekwaam in zijn spraak, en zijn woorden zouden de harten doordringen. Zijn kennis was zo groot dat niemand ooit met hem kon concurreren. Hij adviseerde mensen altijd om de minder bedeelden te helpen en was daar zelf voorbeeldig in. Hij was buitengewoon spiritueel dichtbij tot God de Almachtige.

Zijne Heiligheidaba zei dat hij nu het belichten van de incidenten uit het leven van Hazrat Alira voltooid had.

Lancering van MTA Ghana

Zijne Heiligheidaba zei dat hij na het vrijdaggebed een nieuw televisiekanaal zou lanceren; MTA Ghana.

De Wahab Adam Studio in Ghana werd in 2017 voltooid en genoemd ter ere van wijlen Ameer en Missionaris In-charge, de heer Abdul Wahab Adam. De studio produceert meer dan 60 procent van de huidige programma’s voor de ‘MTA Africa’ kanalen. De studio heeft 17 fulltime medewerkers en ruim 60 vrijwilligers die op de verschillende afdelingen worden opgeleid. De Wahab Adam Studio is een van de meest geavanceerde studio’s in Ghana en heeft enkele van de beste faciliteiten. Diverse mediaorganisaties en omroepen sturen hun personeel naar de studio voor trainingsdoeleinden en om werkervaring op te doen. De studio heeft veel LIVE programma’s geproduceerd, waaronder de eerste Afrikaanse Koranwedstrijd, Ramadan- programma’s en vele andere.

Er wordt nu een nieuw zender gelanceerd onder de naam MTA Ghana. MTA Ghana wordt een nieuwe nationale Tv-zender die 24 uur per dag uitzendt op het digitale platform in Ghana. MTA Ghana kan worden bekeken zonder dat een satellietschotel nodig is en is toegankelijk via een normale antenne. Dit betekent dat Ghanezen gemakkelijk toegang hebben tot de zender. De zender zal zich op dezelfde locatie bevinden als de andere grote reguliere zenders in Ghana en zal toegankelijk zijn voor miljoenen huizen in het land. De belangrijkste dekkingsregio’s zijn Accra, groter Accra, Central Region, Kumasi en omliggende gebieden zoals Tamale en Wa.

Programma’s worden geproduceerd vanuit de Wahab Adam Studio in verschillende talen van Ghana, waaronder Engels, Twi, Ga, Hausa en anderen. De uitzending en planning van de zender zal lokaal worden uitgevoerd vanuit de Wahab Adam Studio via vrijwillgers die behoren tot de Lajna vrouwenorganisatie en andere teams. Er zijn veel programma’s gemaakt om morele training te geven en Ghanezen te onderwijzen in de ware en mooie leerstellingen van de Islam. De toespraken van Huzur-e-Anwar [Zijne Heiligheid] worden in de taal Twi vertaald en de LIVE vrijdagpreek wordt uitgezonden met Twi vertalingen in verschillende missiehuizen. MTA Ghana wordt het enige toegewijde islamitische kanaal op het digitale platform in Ghana.

Oproep voor gebeden

Zijne Heiligheidaba zei dat de tegenstanders van de Gemeenschap onze vooruitgang proberen te belemmeren, maar de Almachtige God nieuwe wegen blijft openen.

Zijne Heiligheidaba deed opnieuw een oproep voor gebeden, voor de Ahmadi’s in Pakistan en Algerije die ten onrechte zijn gevangengezet. Zijne Heiligheidaba zei ook te bidden voor de algemene toestand in Pakistan, moge Allah de Ahmadi’s gemak schenken en de tegenstanders in staat stellen om redelijk te zijn, en als het niet voorbestemd is dat zij redelijk worden, mogen de Ahmadi’s dan uit hun greep worden gered. Zijne Heiligheidaba zei dat de Ahmadi’s in Pakistan speciale nadruk moeten leggen op het de vrijwillige gebeden en het geven van aalmoezen.

(Na het vrijdaggebed heeft Zijne Heiligheidaba MTA Ghana ingehuldigd en stille gebeden geleid)

Voor de Engelse vertaling, zie: https://www.alislam.org/friday-sermon/2020-10-16.html
Voor de Khutba in het Arabisch, zie: https://www.islamahmadiyya.net/cat.asp?id=116
Voor de Khutba in het Urdu, zie: https://www.alislam.org/urdu/khutba/2020-10-16/

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 8 januari 2021 | Financiële opoffering & Waqf-e-Jadid 2021

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Financiële opoffering & Waqf-e-Jadid 2021

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, reciteerde Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba, het volgende vers uit de Heilige Koran:

‘Wie aan Allah het goede deel afstaat, Hij zal het voor hem vele malen vermenigvuldigen en Allah vermindert en vermeerdert en tot Hem zult gij worden teruggebracht.’ [De Heilige Koran, 2:246]

De betekenis van het ‘goede deel (goede lening)’

Zijne Heiligheid (aba) zei toen dat dit vers betrekking heeft op het geven van een lening aan Allah, maar dit betekent niet dat, God het verhoede, God onze wereldse rijkdom nodig heeft. Een andere betekenis van het woord qarz (lening) is goede of slechte beloning. Dus in deze context betekent het vers ‘Wie is diegene die geld uitgeeft voor de zaak van Allah zodat Hij hem ervoor kan belonen?’

Zijne Heiligheid (aba) zei dat er veel gevallen zijn waarin financiële offers worden genoemd in de Heilige Koran. Inderdaad, geld uitgeven voor de zaak van de godsdienst, of geld uitgeven dat ten goede komt aan God Zijn scheppingen, is gelijk aan uitgeven ter wille van Allah. En alles wat voor de zaak van Allah wordt uitgegeven, gaat nooit verloren. Het betreft eerder een soort lening die Allah in veelvoud teruggeeft. Dus, God heeft geen wereldse rijkdommen nodig, maar wanneer Hij het woord ‘goede deel (lening)’ gebruikt, verwijst Hij naar uitgaven voor Zijn zaak, zodat Hij kan teruggeven en belonen door middel van veelvoudige zegeningen.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat God bovendien, door de woorden ‘goede deel (goede lening)’ te gebruiken, verwijst naar datgene wat men uitgeeft en offert uit eigen wil, dat God vervolgens veelvuldig teruggeeft. Daarom wordt het woord goede deel (goede lening) gebruikt om aan te geven dat wat men ook uitgeeft voor de zaak van God, er in veelvoud zal worden teruggegeven ten opzichte van men offert. Het betreft hier dus een zegswijze, want leningen moeten worden terugbetaald. Dit concept wordt verder uitgelegd door een ander vers van de Heilige Koran waarin de Almachtige God zegt dat iemand de beloning zal ervaren van zelfs maar een atoomgewicht aan goeds dat hij heeft gedaan. Dus, iemand wordt als antwoord op zijn goede gedragingen en daden beloond door God, vandaar de metafoor van een lening.

Voorbeelden van financiële opofferingen van Ahmadi-moslims

Zijne Heiligheid (aba) zei dat, aangezien het gaat over financiële offers, er geen mensen in de wereld zijn die meer ervaring hebben dan Ahmadi’s. Hun offers zijn enkel om het genoegen van God te bereiken. Ze brengen hun offers niet met de gedachte dat God hun meer wereldse rijkdom zal schenken, maar zijn doen dit uitsluitend ter wille van God. Er zijn zelfs mensen met benarde financiële omstandigheden te maken hebben, maar toch brengen zij financiële opofferingen, met het vertrouwen dat God voor hen en hun behoeften zal zorgdragen.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat hij enkele voorbeelden zal geven van degenen die baat hebben gehad bij deze belofte van God; zij die alleen ter wille van God offers brachten, sommigen niet eens overwegend hoe zij zichzelf en hun kinderen zouden kunnen voeden, maar toch droeg Almachtige God zorg voor hun zaken en beloonde hen veelvuldig. Deze voorbeelden, van degenen die het plezier van God zoeken, zijn alleen te vinden binnen de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap.

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde verschillende incidenten van over de hele wereld. Een van die incidenten was afkomstig uit Guinee; Zijne Heiligheid (aba) zei dat nadat hij vorig jaar de vrijdagpreek over Waqf-e-Jadid had gehouden, een persoon naar de missionaris ging en hem al het geld gaf dat hij op zak had. De missionaris zei hem dat hij op zijn minst een deel van het bedrag bij zich moest houden voor zijn reis terug naar huis. Hij antwoordde door te zeggen dat Zijne Heiligheid (aba) in de vrijdagpreek de Beloofde Messias (as) citeerde, die zei dat iemand niet zowel de liefde voor God als de liefde voor rijkdom in zijn hart kan hebben, en daarom wilde hij de vruchten plukken van de liefde voor God. Zijne Heiligheid (aba) zei dat dit de ware geest is van niet alleen opoffering, maar ook de aandacht waarmee men naar de vrijdagpreek moet luisteren, waarvan deze persoon een voorbeeld was.

Zijne Heiligheid (aba) gaf het voorbeeld van een vrouw uit Frankrijk die zei dat ze al geruime tijd op zoek was naar een goede en duurzame baan. Desalniettemin offerde ze haar bijdrage voor Waqf-e-Jadid. Ze vertelt dat ze slechts tien minuten nadat ze dit bedrag had opgeofferd, een telefoont ontving van een grote organisatie dat haar een baan aanbood.

Zijne Heiligheid (aba) merkte op dat mensen zich soms afvragen waarom dergelijke gevallen van beloning en compensatie niet bij hen voorkomen. Zijne Heiligheid (aba) zei dat iedereen vergeving moet zoeken en zichzelf moet analyseren om te bezien of hun intenties op het moment van het brengen van financiële opofferingen alleen waren om het genoegen van God te bereiken. Als er met deze intentie financiële opofferingen worden gebracht, beloont God altijd op de ene dan wel de andere manier; en indien niet onmiddellijk dan wel op een later tijdstip dat Hij passend acht.

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde voorbeelden van opofferingen gebracht door jonge studenten in Sierra Leone, vooral nadat Zijne Heiligheid (aba) vorig jaar de gemeenschap in Sierra Leone had aangemoedigd door te zeggen dat ze een groot potentieel hadden. Zijne Heiligheid (aba) presenteerde dergelijke voorbeelden, zoals dat van een jong meisje dat vijftigduizend Leones opofferde met het verzoek om Zijne Heiligheid (aba) te vragen voor haar te bidden. Of het voorbeeld van twee jongeren die werk hadden aangenomen, enkel om het verdiende bedrag als financiële bijdrage te kunnen opofferen. Zijne Heiligheid (aba) zei dat dit ware liefde en waar respect voor Khilafat is, en dit zijn voorbeelden van degenen die luisteren naar de roep van hun Khalifa. Hoewel ze hem misschien nooit hebben ontmoet, lopen ze toch vooraan als het gaat om het opvolgen van de woorden en instructies van de Khalifa.

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde een voorbeeld uit Tanzania van een persoon die voor het einde van het jaar herinnerd werd aan financiële bijdragen voor Waqf-e-Jadid. Op dat moment had hij echter geen werk en ook geen geld, maar hij zei dat zijn naam genoteerd moest worden onder degenen die hun volledige belofte hebben volbracht. Slechts twee dagen later vergaarde hij een baan als chauffeur, en al na de eerste werkdag kon hij gemakkelijk zijn volledige belofte voor Waqf-e-Jadid betalen.

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde een ander voorbeeld uit de Iringa-regio in Tanzania van een persoon die 600.000 Tanzaniaanse shilling had toegezegd voor Waqf-e-Jadid. Op dat moment had hij echter te maken met benarde financiële omstandigheden en daarom schreef hij een brief aan Zijne Heiligheid (aba) om gebeden te vragen zodat hij zijn belofte zou kunnen nakomen. Zijne Heiligheid (aba) gaf aan dat mensen hem niet alleen schrijven voor persoonlijke zaken, maar ook voor gebeden zodat ze in staat worden gesteld om financiële offers kunnen brengen. Deze persoon zei dat hij zich na het schrijven van deze op zijn gemak voelde dat er op de een of andere manier financiële middelen zouden worden verkregen. Slechts een dag later had hij weer contact met een oude schoolvriend en ze bespraken de mogelijkheden voor een baan. Als gevolg hiervan kreeg deze persoon een contract van 6 miljoen Tanzaniaanse shilling, waarmee hij direct zijn belofte kon nakomen. God schonk hem dus tien keer meer dan hij beloofd had.

Zijne Heiligheid (aba) gaf het voorbeeld van een vrouw uit Australië, die, nadat ze in haar huis was komen wonen, niet eens genoeg geld had om het naar behoren in te richten omdat haar financiële omstandigheden dat niet toelieten. Hiernaast was de huur die ze voor haar huis moest betalen ook erg hoog. Toen het financiële jaar voor Waqf-e-Jadid echter ten einde liep, bood ze het bedrag aan dat ze had beloofd en plaatste daarbij haar volledige vertrouwen in God. Slechts een korte tijd later gaf haar werkgever haar een bonus, die volgens hem alleen aan haar werd toegekend en aan niemand anders. Dit bedrag was het dubbele van wat ze had opgeofferd voor Waqf-e-Jadid.

Zijne Heiligheid (aba) gaf het voorbeeld van een tienjarige jongen uit India, die aardig wat geld had gespaard. Hij besloot dit bedrag aan Waqf-e-Jadid te geven. Er werd hem gevraagd waarom had hij besloten had zijn geld aan Waqf-e-Jadid te schenken, aangezien als kinderen geld sparen ze dit normaal gebruiken om iets voor zichzelf te kopen? De jonge jongen antwoordde door te zeggen dat hij dit deed, omdat dit is wat God, Zijn Boodschapper (sa) en zijn kaliefen ons opdragen te doen. Zijne Heiligheid (aba) gaf aan dat, als dit de mentaliteit van onze jongeren is, welke mogelijke schade kunnen de tegenstanders van Ahmadiyyat ons dan nog toebrengen?

Zijne Heiligheid (aba) presenteerde vele andere voorbeelden van financiële opofferingen van over de hele wereld en de manier waarop de Almachtige God ‘leningen terugbetaalt’. Zijne Heiligheid (aba) bad dat onze Jama’at altijd in staat mag zijn om zulke opofferingen te brengen en zulke zegeningen te zien van God Almachtig.

Aankondiging voor het nieuwe jaar van Waqf-e-Jadid & Rapport van Waqf-e-Jadid 2020

Zijne Heiligheid (aba) kondigde het begin van het nieuwe jaar aan voor Waqf-e-Jadid. Het 63e jaar van Waqf-e-Jadid eindigde op 31 december 2020 en nu is het 64e jaar aangevangen. Met de genade van Allah werd in het voorgaande jaar £10,53 miljoen gecollecteerd onder het stelsel van Waqf-e-Jadid, wat een stijging is van £ 887 duizend ten opzichte van het voorgaande jaar. Zijne Heiligheid (aba) benadrukte de toename en inspanningen van verschillende landen.

De volgorde van de landen qua inzameling is als volgt; het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Pakistan, Canada, de Verenigde Staten van Amerika, India, Australië, een land uit het Midden-Oosten, Indonesië en Ghana. Zijne Heiligheid (aba) zei dat het totale aantal deelnemers dat financiële opofferingen heeft gebracht voor Waqf-e-Jadid 1.452.000 is.

Zijne Heiligheid (aba) bad voor allen die financiële opofferingen brachten.

Verzoek voor gebeden

Zijne Heiligheid (aba) deed opnieuw een oproep voor gebeden voor alle Ahmadi’s in Pakistan, die nog steeds met moeilijkheden moeten doorstaat, evenals de Ahmadi’s in Algerije, vooral voor degenen die ten onrechte gevangen zijn gezet. Zijne Heiligheid (aba) drong erop aan dat Ahmadi’s zich moesten toeleggen op het verrichten van veel aanvullende gebeden en het geven van aalmoezen. Zijne Heiligheid (aba) drong ook aan op gebeden voor de algemene toestand van de hele wereld, die steeds verder verslechteren. Zijne Heiligheid (aba) bad dat God genade moge hebben met de hele mensheid.

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 1 januari 2021 | ‘Martelaarschap van Hazrat Ali(ra); Belangrijke boodschap aan de wereld voor 2021’.

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Zijne Heiligheidaba citeerde de Tweede Kaliefra bij het vertellen van de incidenten rond het martelaarschap van Hazrat Alira. Zijne Heiligheidaba zei dat de Khawarij [degenen die de gelofte aan Hazrat Alira hadden verbroken] besloten dat ze Hazrat Alira en Hazrat Mu’awiyah en Hazrat Amr bin ‘Aasra moesten doden. De Khawarij die naar Hazrat Mu’awiyah en Hazrat Amr bin Aasra gingen, waren beide niet succesvol in hun pogingen. De persoon die Hazrat Alira ging doden viel hem aan terwijl hij het gebed leidde en verwondde hem ernstig.

Profetie van de Heilige Profeets over het martelaarschap van Hazrat Alira

Zijne Heiligheidaba zei dat de Heilige Profeets het martelaarschap van Hazrat Alira had voorspeld. De Heilige Profeets zei ooit dat de ergste van de vroegere mensen de persoon was die de kameel van Hazrat Salehra verlamde, en de ergste van de latere mensen zou hij zijn die Hazrat Alira aanviel met zijn speer (dat hoeft niet per definitie een speer te zijn, het kan ook een zwaard impliceren zei Huzooraba). De Heilige Profeets gaf ook aan op welke plek op zijn hoofd Hazrat Alira aangevallen zou worden.

Zijne Heiligheidaba zei dat de persoon die Hazrat Alira wilde vermoorden een man was genaamd Abdur Rahman bin Muljam. In de ochtend voor het Fajr-gebed positioneerde Ibn Muljam zichzelf in de buurt van de plek waar Hazrat Alira vandaan kwam. Terwijl Hazrat Alira op weg ging om het gebed te leiden en de deur uit kwam, riep hij om mensen eraan te herinneren dat het tijd was voor gebed. Het was op dat moment dat Hazrat Alira werd aangevallen en zwaar gewond raakte. Ibn Muljam werd gearresteerd en naar Hazrat Alira gebracht, die zei dat hij goed behandeld en gevoed moest worden, en dat als hij het zou overleven, hij over hem zou oordelen. Hij zei echter dat als hij zou overlijden, Ibn Muljam ook zou worden gedood, zodat de kwestie tussen de twee door God kon worden beslist.

Advies van Hazrat Alira in zijn testament

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira in zijn testament zijn familie adviseerde dichtbij te blijven, bang voor God en standvastig te blijven. Hij adviseerde dat alle geschillen moesten worden vermeden, omdat hij ooit de Heilige Profeets hoorde zeggen dat het onderhouden en herstellen van wederzijdse relaties belangrijker is dan het vrijwillig bidden en vrijwillig vasten. Zijne Heiligheidaba zei dat dit iets is waarover moet worden nagedacht en dat het buitengewoon belangrijk is, dat onderlinge relaties altijd moeten worden verbeterd. Hazrat Alira adviseerde in zijn testament dat er voor de armen en behoeftigen moet worden gezorgd en dat ze als leden van de samenleving moeten worden opgenomen. Hij adviseerde dat men alleen de Almachtige God moet vrezen. Zijne Heiligheidaba zei dat ook dit erg belangrijk is. Hazrat Alira adviseerde verder om altijd het goede aan te bevelen en het kwade te verbieden; Als u dit niet doet, zullen de verkeerde mensen leiders en heersers worden. Zijne Heiligheidaba zei dat ook dit een ander punt is om over na te denken.

Zijne Heiligheidaba zei dat toen Hazrat Alira gewond raakte, sommige mensen hem gingen bezoeken en hun verdriet uitten over de pijn die hij doormaakte. Hazrat Alira zei dat hij geen verdriet voelde, want het was al voorspeld door De Heilige Profeets dat hij zou worden aangevallen, en er werd zelfs precies verteld waar hij zou worden geraakt.

Zijne Heiligheidaba zei dat toen een andere persoon Hazrat Alira ging bezoeken, Hazrat Alira hem vertelde dat hij spoedig zou vertrekken. Zijn dochter zat vlakbij, en toen ze haar vader dit hoorde zeggen, begon ze te huilen. Hazrat Alira zei haar niet te huilen; hij zei dat als ze kon zien wat hij zag, ze niet zou huilen. Hij zei dat hij engelen en de profeten zag, en ook de Heilige Profeets zag die hem vertelde dat de plaats waar hij naartoe ging veel beter was dan de huidige staat waarin hij zich bevond.

Overlijden van Hazrat Alira

Zijne Heiligheidaba zei dat volgens een overlevering, nadat hij zijn testament had voltooid, Hazrat Alira de groeten van vrede aan iedereen gaf, en daarna zijn geloof in de eenheid van God uitte en het geloof in Zijn Boodschappers, waarna hij stierf. Het is vermeld dat Hazrat Alira stierf op de 27ste dag van de Ramadan in 40 A.H.

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Ali’sra begrafenis werd geleid door zijn zoon Hazrat Hasanra. Het is vermeld dat Hazrat Alira enige musk bezat die gezegend was door de Heilige Profeets. Het maakte ook deel uit van zijn wil dat dezelfde muskus vóór zijn begrafenis zou worden aangebracht. Zijne Heiligheidaba presenteerde verschillende overleveringen over de verblijfplaats van Hazrat Ali’sra graf.

Vrouwen en kinderen van Hazrat Alira

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira acht keer op verschillende tijdstippen trouwde. Een van zijn vrouwen was Hazrat Fatimahra, dochter van de Heilige Profeets, en Umamah bin Abul Aas bin Rabi, die de kleindochter was van de Heilige Profeets. Uit deze meerdere huwelijken kreeg Hazrat Alira meer dan 30 kinderen; 14 jongens en 19 meisjes.

Zegeningen van God over Hazrat Alira Zijne Heiligheidaba zei dat eens De Heilige Profeeteen stad van kennis was en Hazrat Alira de poort naar die stad was. Hazrat Alira wordt ook genoemd als één van de moedigste onder alle metgezellen. Vaak als er een gevecht zou beginnen, werd Hazrat Alira aangesteld als de vaandeldrager van de Islam. Terwijl hij de zegeningen van God herinnerde, zei Hazrat Alira eens dat er een tijd was dat hij stenen aan zijn maag vastbond vanwege de hevige honger, maar God hem zegende, zozeer zelfs dat het bedrag dat hij zou willen geven aan aalmoezen veertigduizend dinars was. Zijne Heiligheidaba vertelde een verhaal, waarin de Heilige Profeets eens tegen Hazrat Alira zei dat hij zijn broer en vriend was. De Heilige Profeets had Hazrat Alira ook de blijde tijding gegeven dat hij het Paradijs zou binnengaan. Er staat opgetekend dat De Heilige Profeets eens tegen Hazrat Alira zei, dat God hem een uitstekende kwaliteit had gegeven, namelijk dat hij niet om de materiële dingen van deze wereld gaf, en de mensen die alleen om materiële zaken gaven niets met Hazrat Alira van doen wilden. De Heilige Profeets zei degenen gelukkig waren die Hazrat Alira liefhadden en de waarheid over hen spraken, en zij zouden naast hem in de hemel zijn, en degenen die vijandschap koesteren en liegen over Hazrat Alira onder degenen zouden zijn die in een ellendige toestand zullen zijn in het hiernamaals. Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira de moslims adviseerde dat ze zich moesten ontdoen van persoonlijke passies (ego), en dat de enige passie die ze zouden moeten hebben datgene is dat voor de zaak van God is. Dit werd geïllustreerd door zijn eigen voorbeeld, toen hij tijdens een gevecht vocht tegen een onwankelbare tegenstander. Dit gevecht tussen de twee duurde uren, waarna Hazrat Alira hem uiteindelijk overwon en op het punt stond de genadeslag toe te brengen. Echter, net toen hij op het punt stond de genadeslag toe te brengen, spuugde de tegenstander in Hazrat Ali’sra gezicht waarop Hazrat Alira onmiddellijk wegging. De tegenstander vroeg waarom hij dit had gedaan, waarop Hazrat Alira antwoordde dat hij tot dat moment had gevochten voor de zaak van God, maar sinds hij in zijn gezicht had gespuugd, Hazrat Alira vreesde dat als hij zijn tegenstander hierna doodde dit uit persoonlijke passie (ego) zou zijn voortgekomen. Dus stapte hij weg en doodde hij zijn tegenstander niet. Dit had zo’n diepgaand effect op de tegenstander dat hij de Islam zou accepteren. Zijne Heiligheidaba zei dat dit ware godvrezendheid is. Zijne Heiligheidaba zei dat hij incidenten uit het leven van Hazrat Alira in de toekomst zou blijven benadrukken. 

Een belangrijke boodschap voor het nieuwe jaar

Zijne Heiligheidaba zei dat deze dag het begin van een nieuw jaar markeert en ook de eerste vrijdag is. Zijne Heiligheidaba zei dat we allemaal moeten bidden dat het nieuwe jaar gezegend blijkt te zijn voor onze Gemeenschap en voor de gehele wereld. Mogen wij ons meer dan voorheen voor God blijven wenden en ons neerwerpen, en mogen de wereldse mensen God ook herkennen. Mogen we in staat zijn om de rechten te vervullen die we elkaar en de mensheid in het algemeen verschuldigd zijn. Zijne Heiligheidaba zei dat we het afgelopen jaar een ernstige pandemie hebben doorstaan, waarvan geen enkele plaats ter wereld veilig is. Zijne Heiligheidaba zei dat ondanks dit, velen het feit in beschouwing te willen nemen dat deze pandemie kan zijn ontstaan als een waarschuwing van God om te beginnen met het vervullen van de rechten die we aan God verschuldigd zijn, en de rechten te vervullen die we aan elkaar verschuldigd zijn. Zijne Heiligheidaba zei dat hij een paar maanden geleden brieven naar verschillende wereldleiders stuurde waarin hij hun aandacht vestigde op het feit dat dergelijke rampspoeden ontstaan doordat men God niet in de gaten heeft en door onrechtvaardigheid groeit. Zijne Heiligheidaba zei dat hoewel sommige leiders antwoordden, hun antwoorden beperkt waren tot het wereldse aspect van deze crisis. In hun antwoord ontbrak het aspect van God en het geloof dat Zijne Heiligheidaba had genoemd. Zijne Heiligheidaba zei dat deze leiders geen enkele stap te lijken zetten om hun manier van doen te veranderen, noch willen ze de aandacht van hun mensen vestigen op het ware doel dat zij (de leiders) voor ogen hebben. Dit ondanks het feit dat ze allemaal weten wat er na deze pandemie gaat komen; iets dat iedereen weet. Hun inspanningen zijn echter beperkt tot het wereldse aspect en gaan niet verder dan dat. Deze pandemie heeft niet alleen gevolgen voor de gezondheid van mensen, maar tegelijkertijd wordt iedereen op maatschappelijk niveau getroffen. Wereldse mensen hebben hier maar één oplossing voor, en dat is dat wanneer hun eigen middelen uitgeput raken, ze de middelen van kleinere naties afnemen, waardoor oorlogen zullen uitbreken. Sommigen zeggen zelfs dat oorlogen al zijn begonnen. Als gevolg hiervan zal de wereld in een nog diepere put vallen. Dus voordat de wereld in een dergelijke toestand terechtkomt, moeten we ons steentje bijdragen door de wereld te waarschuwen en te helpen. Zijne Heiligheidaba zei dat het dus alleen goed zal zijn om elkaar te feliciteren met het nieuwe jaar als we ons deel vervullen, namelijk als we de wereld waarschuwen. Om dit te kunnen doen, moeten we eerst onszelf analyseren. Wij, die de Messias van het tijdperk hebben aanvaard, dragen ons steentje bij in het vervullen van de rechten die God toekomen, vervolgens dienen wij ter wille van God, de rechten van Zijn schepselen te vervullen. Elke Ahmadi moet dus nadenken en beseffen dat ze de verantwoordelijkheid hebben om een grote taak te vervullen, waarvan de vervulling vereist dat ze eerst een liefdevolle gemeenschap onder de Ahmadi’s vestigen. Dan moeten we de wereld onder die vlag brengen die werd gehesen door de Heilige Profeets, die van de eenheid van God is. Alleen dan zullen we de belofte van trouw vervullen die we hebben gedaan; alleen dan zullen we in staat zijn om de zegen van de Almachtige God te ontvangen, en alleen dan is het gepast dat we elkaar feliciteren met het aanbreken van een nieuw jaar. Zijne Heiligheidaba zei dat elke Ahmadi man, vrouw en kind dit moet begrijpen en beloven ernaar te streven al hun vermogens en capaciteiten te gebruiken om een revolutionaire verandering in de wereld teweeg te brengen. Zijne Heiligheidaba bad dat elke Ahmadi de mogelijkheid mag krijgen om dit te doen. Zijne Heiligheidaba drong er opnieuw bij de Gemeenschap op aan te blijven bidden voor Ahmadi’s in Pakistan en Algerije, die nog steeds met moeilijkheden te maken hebben. Zijne Heiligheidaba zei dat in Pakistan bepaalde overheidsfunctionarissen en andere geestelijken anderen in toenemende mate verdriet aandoen. Zijne Heiligheidaba bad dat God spoedig zulke mensen ter verantwoording mag roepen die niet over het vermogen beschikken om rechtvaardigheid en vrede te vestigen. (Huzooraba) bad ook dat degenen onder hen die alle grenzen overschrijden en voorbij het punt zijn gekomen dat zij niet meer hervormd kunnen worden dat Allah hen moge stoppen). Moge Allah de obstakels wegnemen die zij blijven opwerpen voor Ahmadi’s in Pakistan. Ze proberen dit allemaal te doen onder wetten die tegen Ahmadi’s zijn opgesteld op basis van valse voorwendselen dat Ahmadi’s de Heilige Profeet (s) onteren. Hun eigen daden zijn echter volledig in strijd met het voorbeeld van de Genade voor de hele mensheid (sa). Ahmadi’s zijn degenen die bereid zijn hun leven op te offeren ter wille van de Heilige Profeet (s). In feite zijn het alleen Ahmadi’s in de wereld die er werkelijk naar streven om de wereld onder de vlag van de Heilige Profeet (s) te brengen. Deze mensen kunnen dergelijke onrechtvaardigheden tegen ons blijven plegen, maar we geloven in een God die de grootste Helper is. Als die hulp zich manifesteert, blijft er niets over van degenen die zulke daden plegen. Zijne Heiligheidaba zei dat een andere rechtbank in Algerije Ahmadi’s heeft vrijgelaten die valselijk werden aangeklaagd, maar er zijn er nog steeds die gevangen zitten. Zijne Heiligheidaba drong er bij de Gemeenschap op aan te bidden voor hen die in Algerije en in Pakistan in gevangenschap zijn. Zijne Heiligheidaba zei dat of het nu het nieuwe jaar of Eid is, ons ware geluk zal zijn wanneer we de vlag van de eenheid van God verrijzen in alle uithoeken van de wereld, waarvoor de Heilige Profeetin deze opdracht werd aangesteld. Ons ware geluk zal zijn wanneer de mensheid de rechten begint te erkennen die we elkaar verschuldigd zijn, wanneer haat verandert in liefde. Zijne Heiligheidaba bad dat we binnenkort zulk geluk mogen zien. Moge de moslim Ummah de Beloofde Messiasas erkennen. Moge de wereld de aandacht van elke natie en elke persoon richten op het vervullen van de rechten die ze aan elkaar verschuldigd zijn. Zijne Heiligheidaba bad dat Allah de Almachtige alle Ahmadi over de gehele wereld in Zijn bescherming moge houden, en moge dit jaar een bron van zegeningen zijn voor elke persoon. Mogen we worden beschermd tegen die tekortkomingen uit het verleden waardoor we misschien het ongenoegen van God hebben opgelopen of waardoor we verstoken zijn gebleven van het verkrijgen van bepaalde zegeningen. Moge Allah Zijn zegeningen over iedereen uitstorten. Ameen.

Voor de Engelse vertaling, zie: https://www.alislam.org/friday-sermon/2020-10-16.html
Voor de Khutba in het Arabisch, zie: https://www.islamahmadiyya.net/cat.asp?id=116
Voor de Khutba in het Urdu, zie: https://www.alislam.org/urdu/khutba/2020-10-16/

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 18 december 2020 | ‘Mannen van Excellentie: Hazrat `Ali (ra).’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Khulafa-e-Rashidin [de Rechtgeleide Kaliefen]: Hazrat ‘Alira

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba, dat hij in deze vrijdagpreek verder zal gaan met het belichten van de incidenten uit het leven van Hazrat Alira bin Abi Talib bin Abdil Muttalib.

Na Tashahhud, Ta’awwaz en de recitatie van Soerah Al-Fatehah, sprak Hazrat Khalifatul Masih (atba) verder over Hazrat Ali (ra):

Gedurend zijn laatste ziekte had de Heilige Profeet (vzmh) toestemming gevraagd aan zijn vrouwen en nam dan permanent intrek in het huis van Hazrat Aisha (ra). Gedurend deze tijd hebben Hazrat Ali (ra) en Hazrat Abbas (ra) voor de Heilige Profeet (vzmh) gezorgd. Er wordt verteld dat Hazrat Abbas (ra) Hazrat Ali (ra) had geadviseerd om begleiding te zoeken bij de Heilige Profeet (vzmh) in verband met het kalifaat. Hazrat Ali (ra) weigerde dit te doen.

Na zijn dood hebben Hazrat Ali(ra), Hazrat Fazal(ra)  en Hazrat Usama(ra) het gezegende lichaam van de Heilige Profeet (vzmh) gewassen. Er zijn verschillende vertellingen over de Bai’at van Hazrat Ali (ra)bijHazrat Abu Bakr (ra). Sommigen zeggen dat dit direct gebeurde terwijl anderen stellen dat dit na enig tijdwerd gedaan. In één vertelling wordt er vermeld dat Hazrat Abu Bakr (ra) op het moment van de Bai’at Hazrat Ali (ra) niet voor hem kon vinden.  Hij riep daarom voor Hazrat Ali (ra). Bij zijn aankomst zei Hazrat Abu Bakr (ra) “O zoon van de nonkel van de Profeet,wens je om de kracht van de Moslims te verzwakken?” Hazrat Ali (ra) antwoordde, “O Kalief van de Heilige Profeet (vzmh), tuchtig mij niet” en nam deel aan de Bai’at.

Hazrat Khalifatul Masih (atba) zei dat dat er blijkt uit al deze vertellingen dat Hazrat Ali (ra) direct Bai’at had gedaan bij Hazrat Abu Bakr (ra). De Beloofde Messias (as) stelt dat sommige vertellingen vermelden dat Hazrat Ali (ra)  enige terughoudenheid toonde in het afleggen van de Bai’at aan de hand van Hazrat Abu Bakr (ra). Hij keerde echter terug kort nadat  hij naar huis ging en heeft de eed danafgelegd. Het blijkt dat zijn hart de neiging kreeg dat dit een ernstige zonde was. Daarom keerde hij direct terug en hij heeft de Bai’at gedaan.

De Beloofde Messias (as) heeft uitgelegd dat sommige mensen harde woorden gebruiken voor Hazrat Abu Bakr (ra) en de eerste drie kaliefen. In antwoord zei hij dat dit zou aantonen dat Hazrat Ali (ra) tot de hypocrieten behoorde en geneigd was tot materialistische winsten. Hij bleef de ongelovigen en usurpatoren steunen voor 30 jaren. Hij bleef Hazrat Abu Bakr (ra) en Hazrat Umar (ra) steunen. Als hij bewust was van hun ongeloof, waarom migreerde hij dan niet? Hij zou gemigreerd hebben en legers opgericht om ze te bestrijden.

Hazrat Khalifatul Masih (atba) zei dat Hazrat Ali (ra) zijn dienst bleef aanbieden gedurendhet tijdperk van de eerste drie kaliefen. Na de dood van de Heilige Profeet (vzmh) kwamen veel hypocrieten in opstand, voegden zich bij valse eisers van het profeetschap zoals Musailma en Tulaiha en zwoeren om Medina aan te vallen. Gedurend deze tijd onder het leiderschap van Hazrat Abu Bakr (ra) heeft Hazrat Ali (ra) zijn dienst aangeboden.

Op gelijke wijze, gedurend de oorlog met de Perzen tijdens de Kalifaat van Hazrat Umar (ra) en gedurend onrust in het tijdperk van Hazrat Usman (ra) bleef Hazrat Ali (ra) zijn dienst aanbieden en naast de kaliefen staan. Er wordt bijwoorbeeld vermeld dat Hazrat Usman (ra) aan Hazrat Ali (ra) ooit vroeg wat het reden was voor de onrust en problemen die ze moesten confronteren. Hazrat Ai (ra) antwoordde openhartig dat, “Dit is het gevolg van de daden van de werkers die u heeft aangestelt.”Hazrat Usman (ra) antwoordde “Ik ben in de voetsporen getreden van Hazrat Umar (ra).” Hazrat Ali (ra) antwoordde “Dit is correct maar Hazrat Umar (ra) was heel streng terwijl u terwijl soms de neiging heb te mild te zijn.”

Wanneer de vijanden Hazrat Usman (ra) aanvielen en zijn huis omsingelden heeft Hazrat Ali (ra) alles gedaan voor zijn bescherming en heeft zelfs zijn eigen zonen gestuurd om zijn huis te bewaken. Hazrat Khalifatul Masih (atba) legde in detail de incidenten uit van de martelaarschap van Hazrat Usman (ra) en de verkiezing van Hazrat Ali (ra).

Op het einde moedigde Hazrat Khalifatul Masih (atba) aan om te bidden voor de Ahmadi’s in Algerije en Pakistan, moge Allah hen beschermen en de vijanden straffen.

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 11 december 2020 | ‘Mannen van Excellentie: Hazrat `Ali (ra).’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Khulafa-e-Rashidin [de Rechtgeleide Kaliefen]: Hazrat ‘Alira

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba, dat hij in deze vrijdagpreek verder zal gaan met het belichten van de incidenten uit het leven van Hazrat Alira bin Abi Talib bin Abdil Muttalib.

Hazrat Khalifatul Masih (aba) sprak over de dapperheid en moed van Hazrat Ali (ra) bij de gelegenheid van de Slag van Uhud. Toen kwam de engel Gabriël naar de Heilige Profeet (vzmh) en zei over Hazrat Ali (ra) dat hij zeker sympathie waard was. De Heilige Profeet (vzmh) zei, “zeker, hij hoort mij toe en ik hem”. De engel Gabriël antwoordde daarop, “inderdaad, ik behoor jullie allebei toe”.

Tijdens de Slag van Uhud waren de Mekkanen ervan verzekerd zij de Heilige Profeet (vzmh) hadden gedood. Hazrat Ali (ra) was zijn meester aan het zoeken. Toen hij hem niet kon vinden zei hij, “ik heb hem niet gevonden onder de martelaren en de Heilige Profeet (vzmh) zou niet weggelopen zijn, daarom moet God hem tot Zich verheven hebben. Het is dus beter voor mij om tot martelaar herleid te worden terwijl ik met de vijand vecht”. Hazrat Khalifatul Masih (aba) merkte op dat dit zijn immense liefde was voor de Heilige Profeet (vzmh), die reedsvanaf vroege leeftijd begon en zich zijn hele leven bleef manifesteren.

Bij de gelegenheid van het verdrag van Hudaibiyya had Hazrat Ali (ra) geschreven dat dit een verdrag betrof tussen Mohammed Rasulullah (Boodschapper van Allah) en enkele Mekkaansestamleiders.  De Mekkanen tekenden bezwaar op tegen het gebruik van de termRasulullah.Ze zeiden dat, indienzij hemals boodschapper van God hadden aanvaard,zij nu niet tegen hem aan het vechten zouden zijn. De Heilige Profeet (vzmh) aanvaardde hun bezwaar en vroeg Hazrat Ali (ra) om Rasulullah te wissen. Vanwege zijn liefde voor hem antwoordde Hazrat Ali (ra) echter, “Ik zal niet de persoon zijn om deze woorden te wissen”. Daarop wiste de Heilige Profeet (ra) zelf deze woorden zodat het verdrag verzegeld kon worden.

Op de dag van de Slag van Khaibar zei de Heilige Profeet (vzmh), “Vandaag zal ik deze vlag verlenen aan de persoon die geliefd is door Allah, Zijn Boodschapper en alle moslims.” Meerdere metgezellen wilden deze eer opstrijken, waaronder ook Hazrat Umar (ra). Toen de Heilige Profeet (vzmh) Hazrat Ali (ra) zag, wees hij hem deze eer toe. De ogen van Hazrat Ali (ra) waren op dat moment ernstig verwond. De Heilige Profeet (vzmh) bracht zijn eigen speeksel aan op de ogen van Hazrat Ali waaropdeze onmiddellijk waren genezen. Daarop werd het kasteel van Khaibar ingenomen onder leiding van Hazrat Ali (ra).

We vinden een voorval terug dat blijk geeft van de hoge moraal van Hazrat Ali (ra) bij de gelegenheid van de Slag van Khaibar. Na een handgemeen met een bekende krijger had Hazrat Ali (ra) hem overmeesterd en stond hij op het punt om hem te doden, toen de krijgers plots in zijn gezicht spuugde. Hazrat Ali (ra) liet hem gaan. Verbaasd vroeg de krijger aan Hazrat Ali (ra) waarom hij hem niet had gedood? Hazrat Ali (ra) antwoordde daarop, “Ik was met jou aan het vechten ter wille van Allah. Nu je mij hebt bespuugd, vrees ik dat ik je zou doden om mijn eigen woede te stillen in plaats van ter wille van Allah”.

De Heilige Profeet (vzmh) had besloten om Hazrat Ali (ra) achter te laten ten tijde van de Slag van Tabuk, om het volk te beschermen. Hazrat Ali (ra) drukte zijn teleurstelling uit aan de Heilige Profeet (vzmh) dat hij hem niet zou kunnen vergezellen. De Heilige Profeet (vzmh) zei, “Ben je niet tevreden dat je met mij verwant bent zoals de Profeet Aaron (as) met de Profeet Mozes(as), behalve dat er na mij geen profeet is?”.

Tot slot riep Hazrat Khalifatul Masih (aba) iedereen op om te bidden voor de Ahmadi’s van Algerije en Pakistan, dat Allah hun moeilijkheden moge verwijderen. Amin.

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 4 december 2020 | ‘Mannen van Excellentie: Hazrat `Ali (ra).’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Khulafa-e-Rashidin [de Rechtgeleide Kaliefen]: Hazrat ‘Alira

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba, dat hij in deze vrijdagpreek verder zal gaan met het belichten van de incidenten uit het leven van Hazrat Alira bin Abi Talib bin Abdil Muttalib.

Zijne Heiligheidaba zei dat de Heilige Profeets bij twee afzonderlijke gelegenheden naar Hazrat Alira als zijn broer verwees. Hazrat Alira nam deel aan alle veldslagen naast de Heilige Profeetbehalve de Slag bij Tabuk, waarin de Heilige Profeets Hazrat Alira aanstelde om achter te blijven en voor zijn gezin te zorgen. (De Heilige Profeet Mohammedwilde Medina ook niet onbewaakt achterlaten, omdat er zorgen waren over de veiligheid van de stad, en besloot Hazrat Alira achter te laten als zijn plaatsvervanger).

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira ook de Heilige Profeets vergezelde tijdens de expeditie naar Ushairah, waarin de Heilige Profeeteen vredesverdrag sloot met de Banu Mudlij-stam. Zijne Heiligheidaba zei dat er in een overlevering wordt vermeld dat Hazrat Alira onder een dadelpalm in slaap viel nadat hij even uitrustte toen hij de plaats bereikte. Toen de Heilige Profeethem kwam wekken, zag hij wat stof op Hazrat Alira en noemde hem Abu Turab (de vader van de stof), wat een van Hazrat Ali’sra titels zou worden.

Onder de drie beste soldaten

Zijne Heiligheidaba zei dat tijdens de Slag bij Badr, Hazrat Alira een van de metgezellen was die de Heilige Profeets selecteerde om informatie over de Mekkanen te verkrijgen. Later toen de strijd begon, brachten de Mekkanen hun drie beste strijders naar voren, vervolgens vroegen zij om drie beste soldaten van de moslims om tegen hen te vechten. Allereerst werden drie soldaten van de Ansar naar voren gebracht maar de Mekkanen weigerden dit omdat zij geen familiebanden hebben met de Ansar. Dus bracht de Heilige Profeet Mohammeds de drie beste soldaten naar voren van de Muhajireen, namelijk; Hazrat Hamzahra, Hazrat Alira en Hazrat Ubaidah bin Harithra. Zij kwamen naar voren om tegen de drie beste soldaten van de Mekkanen te vechten, en zijn versloegen de Mekkanen. Tijdens de Slag bij Badr zei de Heilige Profeets tegen zowel Hazrat Abu Bakrra als Hazrat Alira dat de engel Gabriël aan de rechterkant van een van hen was en de engel Mikael aan de rechterkant van de andere, en de engel Israfil met hen samen vocht.

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira zich tijdens de Slag bij Badr zorgen maakte over de Heilige Profeets. Hazrat Alira vertelde dat telkens wanneer hij terug zou rennen om de Heilige Profeets te zien, hij hem in een situatie zag waarin de Heilige Profeets neerknielde en vurig bad om de overwinning.

Huwelijk met Hazrat Fatimahra

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira aan de Heilige Profeets vroeg of hij de dochter van de Heilige Profeets, Hazrat Fatimahra ten huwelijk kon vragen. Hazrat Alira deed een huwelijksaanzoek. De Heilige Profeets vroeg hem of hij iets te geven had als bruidsschat. Hazrat Alira antwoordde dat hij een paard en zijn wapenrusting had. De Heilige Profeetinstrueerde dat hij het paard moest houden en zijn maliënkolder (maliënkolder is een beschermend vest van soldaten) moest verkopen en dat bedrag als bruidsschat kon gebruiken. Zijne Heiligheidaba zei verder dat, net zoals de Heilige Profeets had geïnstrueerd dat de bruidsschat geregeld moest worden, hieruit moet worden begrepen dat de bruidsschat een recht is van de bruid en altijd moet worden gegeven. Sommige mannen willen het geven van de bruidschat aan hun vrouw uistellen om het later te betalen maar in de Islam dient de bruidschat meteen gegeven te worden.

Zijne Heiligheidaba zei dat er in één overlevering staat, dat toen Hazrat Fatimahra getrouwd was met Hazrat Alira, de Heilige Profeetsa zei dat God hem had opgedragen dit te doen. Allah had hem hierover geïnformeerd in een openbaring. Er staat in een overlevering dat de Heilige Profeetop hun huwelijk de wassing uitvoerde met water in een kom, vervolgens Hazrat Alira en Hazrat Fatimahra tot hen riep en het water op hen beiden sprenkelde en tegelijkertijd voor hen bad.

Zijne Heiligheidaba zei dat, ondanks dat ze niet erg rijk waren, Hazrat Alira en Hazrat Fatimahra erg gul waren met alles wat ze hadden. Eens, terwijl ze huishoudelijk werk deed, ervoer Hazrat Fatimahra pijn in haar handen. Hierop vroeg ze de Heilige Profeets om haar een werknemer te schenken die kon helpen met klusjes in huis. De Heilige Profeets bezocht Hazrat Fatimahra en Hazrat Alira later in hun huis, en zei dat hij hen iets zou vertellen dat beter was dan een huiswerker, namelijk dat ze Allahu Akbar moesten reciteren [Allah is de grootste] 34 keer, Alhamdulillah [Alle lof behoort aan Allah] 33 keer, en Subhan Allah [Heilig is Allah] 33 keer. Hierdoor zou Allah, De Voorziener, hen voorzien.

Zijne Heiligheidaba zei dat de Heilige Profeets niet wenste dat mensen zouden denken dat de Heilige Profeetsa rijkdom uit de schatkist gebruikte voor zijn eigen familie, noch wilde hij een precedent scheppen voor toekomstige heersers waardoor ze zouden denken dat ze rijkdom uit de schatkist voor persoonlijk gebruik konden nemen. Hoewel er een deel door God was bepaald voor de Heilige Profeets en zijn familie, gebruikte de Heilige Profeetalleen rijkdom dat direct onder zijn aandeel viel.

Wijsheid van de Heilige Profeets bij het adviseren van Hazrat Alira

Zijne Heiligheidaba zei dat de Heilige Profeets eens aan Hazrat Alira en Hazrat Fatimahra vroeg of ze wakker zouden worden voor het Tahajjud gebed [het vrijwillig gebed voor zonsopgang]. Hazrat Alira antwoordde dat als God wenste dat ze wakker zouden worden, dat zij dan wakker zouden worden. Er wordt verteld dat er in dit antwoord een enigszins omstreden toon was. De Heilige Profeets werd echter niet boos ondanks de verheven positie die hij bekleedde, noch zei hij dat een dergelijk antwoord nooit aan hem had mogen worden gegeven. In plaats daarvan liep hij gewoon weg en zei hij dat mensen soms willen twisten over de eenvoudigste zaken. Deze handelwijze van de Heilige Profeets was voldoende om Hazrat Alira te doen inzien dat hij niet op een dergelijke manier had moeten antwoorden. Dit toonde ook aan dat de Heilige Profeets de zaken altijd met veel geduld en vriendelijkheid heeft uitgelegd. Hazrat Alira zou verder zeggen dat hij na dit incident het Tahajjud gebed nooit heeft gemist.

Zijne Heiligheidaba zei dat hij het leven van Hazrat Alira in de toekomst verder zal belichten.

Verzoek om gebeden voor Ahmadi’s in Pakistan

Zijne Heiligheidaba zei dat de omstandigheden in Pakistan blijven verslechteren. Sommige regeringsleiders smeden een complot met de geestelijken en proberen zoveel mogelijk schade toe te brengen aan de leden van onze gemeenschap. Zijne Heiligheidaba riep iedereen op om te bidden voor Ahmadi’s in Pakistan; dat ze veilig blijven met de genade van Allah van het kwaad van zulke mensen.

Janaza-gebeden

Zijne Heiligheidaba zei dat hij de Janaza- gebeden zou leiden (in absentie) van de volgende overleden leden:

Bevelhebber Ch. Muhammad Aslam Sahib uit Canada overleed op 2 november 2020. Hij had de gelegenheid om te studeren onder de begeleiding van Dr. Abdus Salam. Later diende hij in de Furqan Force (leger) dat gestationeerd was in Kashmir, waar hij verschillende onderscheidingen ontving. Hij bekleedde ook verschillende functies in de onderwijssector in de marine. Na zijn pensioen verhuisde hij naar Canada, waar hij zijn leven wijdde en de Gemeenschap diende in verschillende hoedanigheden, over een periode van 28 jaar. Hij was buitengewoon vriendelijk en nederig; hij verrichte zijn gebeden regelmatig en had veel liefde voor Khilafat. Hoewel hij in het recente verleden erg ziek was, bezocht hij het missiehuis telkens wanneer zijn gezondheid iets beter zou zijn. Hij laat zijn vrouw en drie zonen achter. Zijne Heiligheidaba bad dat Allah de overledene met genade en vergeving zou behandelen en zijn nageslacht in staat zou stellen de erfenis van zijn deugdzame daden voort te zetten.

Shaheena Qamar Sahiba uit Pakistan, echtgenote van Qamar Ahmad Shafiq Sahib die chauffeur is in Nazarat Ulya. Zij is samen met haar zoon Samar Ahmad Qamar op 12 november 2020 overleden als gevolg van een auto ongeluk. Ze laat haar man, twee dochters en drie broers achter. Ze was buitengewoon deugdzaam en adviseerde haar kinderen altijd hetzelfde te doen. Ze had een zeer vriendschappelijke band met haar kinderen. Ze had ook een passie om de Gemeenschap te dienen. Haar zoon Samar Ahmad Qamar die ook overleed was 17 jaar en studeerde in het eerste jaar van de universiteit. Hij stond altijd klaar om de Gemeenschap te dienen, en wanneer hij werd gevraagd om enig werk te verrichten, liet hij alles achter wat hij deed en ging hij de vereiste plicht vervullen. Zijne Heiligheidaba bad voor de overledene en bad dat dit gezin geduld mag krijgen om dit verlies te dragen.

Syeda Afzal Kholhar Sahiba echtgenote van Muhammad Afzal Khikhar. Ze is overleden op 12 september 2020 in Canada. Zowel haar man als zoon stierven een martelaarsdood vanwege hun geloof. Na hun martelaarschap werd ze geconfronteerd met grote ontberingen, maar ze klaagde nooit en ging met veel geduld en standvastigheid verder. Ze vervulde de verantwoordelijkheid om alle drie haar dochters te laten trouwen. Ze had een liefdevolle relatie met elk lid van haar familie. Ze zorgde voor de minder bedeelden en had veel liefde voor Khilafat. Ze stond in de voorhoede in het maken van financiële opofferingen en bleef bijdragen namens haar man en zoon. Ze laat een zoon en drie dochters achter. Zijne Heiligheidaba bad dat Allah de overledene met genade en vergeving zou behandelen en haar positie in de hemel zou verheffen, en haar kinderen in staat zou stellen de erfenis van haar deugdzame daden voort te zetten.

Vrijdagpreek Hazrat Khalīfa-tul-Masīh V(aba) | 27 november 2020 | ‘Mannen van Excellentie: Hazrat `Ali (ra).’

Feature image

OPMERKING: Deze samenvatting is niet de complete vertegenwoordiging van de oorspronkelijke tekst en dient slechts als een herinnering.

Rechtgeleide Khulafa (Kaliefen): Hazrat ‘Alira

Na het reciteren van Tashahhud, Ta’awwudh en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmadaba, dat hij in deze vrijdagpreek incidenten uit het leven van de Khulafa-e-Rashidin [de Rechtgeleide Kaliefen], te beginnen met Hazrat Alira bin Abi Talib bin Abdil Muttalib.

Zijne Heiligheid aba zei dat de naam van Hazrat Ali’sra vader Abd Manaf was, beter bekend als Abu Talib, en de naam van zijn moeder was Fatimah bint Asad bint Hashim. Hazrat Ali ra werd tien jaar vóór het profeetschap van Mohammeds geboren.

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira aanvankelijk door zijn moeder Asad was genoemd, maar zijn vader Abu Talib noemde hem later Ali. Hazrat Alira had drie broers en twee zussen. Hazrat Alira was ook bekend onder de titels Abul Hassan, Abus Sibtain en Abu Turab. Hij stond bekend als Abu Turab omdat de Heilige Profeets hem eens zag slapen op de vloer van de moskee en er wat stof op zijn lichaam was gekomen. De Heilige Profeetging naar hem toe en zei: ‘O Abu Turab (vader van de stof), word wakker.’

Zijne Heiligheidaba zei dat tijdens een staat van hongersnood in Mekka, de Heilige Profeets zijn oom Abbas benaderde en suggereerde dat sinds Abu Talib zijn andere oom veel kinderen had en minder welvarend is, en dat de tijden moeilijk waren, dat ze elk één kind zouden adopteren om het voor Abu Talib gemakkelijker te maken. Dus gingen ze allebei naar Abu Talib met dit idee, waarmee hij instemde. Aldus kwam Hazrat Alira onder de hoede van de Heilige Profeets.

De eerste man die de religie van de heilige profeets accepteerde

Zijne Heiligheid aba vertelde over het incident van Hazrat Ali’sra aanvaarding van de islam. Op een dag zag Hazrat Alira de Heilige Profeet s en Hazrat Khadijahra gebeden verrichten. Hazrat Alira vroeg wat ze aan het doen waren, waarop de Heilige Profeets uitlegde, en hem uitnodigde om in de Ene, Ware God te geloven. Hazrat Alira wenste eerst zijn vader Abu Talib te raadplegen, maar de Heilige Profeets wilde niet dat dit nieuws zich zou verspreiden voordat hij formeel zijn aanspraak zou aankondigen op het profeetschap. Daarom verzocht hij Hazrat Alira dat zelfs als hij deze boodschap niet wilde accepteren, hij er met niemand over mocht spreken. Later die avond plaatste God de waarachtigheid van de islam in het hart van Hazrat Alira, en de volgende dag besloot hij de islam te aanvaarden en trouw te zweren aan de Heilige Profeets.

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira op het moment van zijn aanvaarding dertien jaar oud was, terwijl volgens sommige andere overleveringen zijn leeftijd 11 jaar was. Volgens historici was Hazrat Alira het eerste kind dat de islam accepteerde.

Zijne Heiligheidaba zei dat Hazrat Alira eens gebeden verrichtte naast de Heilige Profeets. Op dat moment kwam Abu Talib langs en zag dit. Hij vroeg de Heilige Profeet (s) wat ze aan het doen waren, waarop de Heilige Profeethem de boodschap van de islam overbracht en hem uitnodigde om deze te aanvaarden. Abu Talib zei dat hij de praktijk van zijn voorvaderen niet kon verlaten, vervolgens keek hij naar Hazrat Alira en zei dat hij in zijn geloof bij de Heilige Profeetmoest blijven. Abu Talib zei ook dat hij de islam niet formeel aanvaardde, hij ervoor zou zorgen dat geen kwaad de Heilige Profeets zou treffen.

Zijne Heiligheidaba zei ook dat het niet duidelijk is of Hazrat Abu Bakrra of Hazrat Zaydra of Hazrat Alira de eerste persoon was die de Islam aanvaardde. Echter is dit punt van ondergeschikte belang. Wat wel van belang is, is dat de Hazrat Khadijara de eerste vrouw was die de Islam aanvaardde en Hazrat Abu Bakrra de eerste man die de islam aanvaardde en Hazrat Zaydra de eerste vrijgekochte slaaf die de islam aanvaardde en Hazrat Alira het eerste kind dat de islam aanvaardde. Dit is het standpunt van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap tenzij er nieuwe informatie beschikbaar waaruit meer duidelijkheid zou kunnen komen.

Een uitnodiging voor de familie van de Heilige Profeets

Zijne Heiligheidaba zei dat de Heilige Profeets eens, volgens het goddelijke bevel zijn familie moest waarschuwen en uitnodigen tot de islam. De Heilige Profeets instrueerde Hazrat Alira om de familie van Abdul Muttalib uit te nodigen voor een maaltijd. Na de maaltijd wilde de Heilige Profeets een toespraak houden en iedereen uitnodigen tot de religie van de islam. De verraderlijke Abu Lahab zei echter iets waardoor iedereen die aanwezig was wegging. Toen vroeg de Heilige Profeets aan Hazrat Alira om zijn familie de volgende dag opnieuw uit te nodigen, en bij die gelegenheid moedigde hij zijn familie aan om de islam en de Ene, Ware God te aanvaarden. De Heilige Profeets vroeg of ze hem wilden steunen bij deze missie. Iedereen zweeg, behalve de dertienjarige Hazrat Ali ra, die sprak en zei dat hoewel hij de jongste en de zwakste aanwezige was, hij de Heilige Profeetzou steunen. Zijne Heiligheidaba zei dat jongeren vooral aandacht moeten schenken aan dit incident.

Sleutelrol van Hazrat Alira tijdens de migratie

Terwijl hij de offers noemde die door Hazrat Alira werden gebracht, zei Zijne Heiligheidaba dat temidden van de toenemende tegenstand van de Mekkanen, de Heilige Profeets door God werd geïnformeerd over de plannen van de Mekkanen om hem te vermoorden. Hij kreeg toen het goddelijke bevel om van Mekka naar Medina te migreren. Zo verliet de Heilige Profeetzijn huis ’s nachts, zelfs toen het omringd was door Mekkanen. Hij liet Hazrat Alira in zijn huis achter en verzekerde hem dat door de genade van God hem niets zou overkomen. De Heilige Profeets instrueerde Hazrat Alira om in zijn bed te liggen, zodat de Mekkanen niet zouden vermoeden dat hij weg was als ze naar binnen zouden kijken. Toen de Mekkanen dichterbij kwamen, vonden ze Hazrat Alira in plaats van de Heilige Profeets. Hij werd gevangengenomen, geslagen en gevangen gehouden en zou enige tijd later worden vrijgelaten.

Zijne Heiligheid aba zei dat hij het leven van Hazrat Alira in de toekomst verder zal uiteenzetten.

Janaza-gebeden

Zijne Heiligheidaba zei dat hij de Janaza- gebeden zou leiden (in absentie) van de volgende overleden leden:

Dr. Tahir Mahmood die op 20 november 2020 door tegenstanders van Ahmadiyyat werd gemarteld. Hij was samen met andere leden van zijn familie bij het huis van zijn oom bijeengekomen om het vrijdaggebed te verrichten. Toen hij wegging, schoot een 16-jarige zwaaiend met een pistool op hem, waardoor hij martelaar werd. Dr. Tahir Mahmood was toen 31 jaar. Zijn vader is ook door een kogel in het hoofd geraakt en ligt nog steeds in het ziekenhuis. Zijne Heiligheid aba zei dat de tegenstanders van Ahmadiyyat nieuwe tactieken toepassen; nu krijgen ze kinderen zover dat ze zulke wrede daden begaan, zodat zelfs als ze worden betrapt, voor de rechtbank kan worden aangevoerd dat hij nog maar een kind was, en daarom om een milde behandeling verzoeken. Zijne Heiligheid aba bad dat deze tegenstanders tot bezinning mogen komen en zouden ophouden met hun wrede daden. Zijne Heiligheid aba zei dat Dr. Tahir Mahmood veel grote kwaliteiten bezat; hij hield veel van Khilafat en had veel respect voor functionarissen en ouderen. Hij diende als Qaid (lokale voorzitter van de jeugd) van zijn gebied. Hij was erg gastvrij en stond altijd klaar om elke plicht die van hem verlangd werd te vervullen. Er waren veel gelegenheden waarbij hij mensen die medische zorg nodig hadden in zijn eigen auto naar het ziekenhuis bracht. Deze familie zijn geen onbekenden als het gaat om de tegenstand van de vijanden van Ahmadiyyat. De winkel van zijn grootvader werd platgebrand door tegenstanders. Slechts een paar weken eerder, toen zijn vader de markt passeerde, kwam iemand naar hem toe en spuugde naar hem. Hij studeerde enige tijd in Rusland, waar hij bekend stond als een van de betere studenten. Er waren ook andere Pakistanen, maar hij verklaarde openlijk dat hij een Ahmadi was en hij greep elke gelegenheid aan om de ware boodschap van de islam te verspreiden. Hij laat zijn vader, moeder, broer, zus en zijn vrouw achter. Zijne Heiligheid aba bad dat Allah zijn positie in de hemel moge verheffen, een spoedig herstel zal schenken aan zijn familieleden die gewond waren geraakt bij deze aanval, en zijn familie de mogelijkheid zou geven om geduldig en standvastig te blijven.

Jamaluddin Mahmood die op 3 november 2020 overleed. Hij was de afgelopen zestien jaar secretaris-generaal van de Gemeenschap in Sierra Leone. Hij werkte met veel passie en toewijding. Er waren 2000 mensen bij zijn begrafenis, waaronder verschillende regerings- en militaire functionarissen. Hij zou degenen met wie hij werkte respecteren, ook al waren ze jonger dan hem. Hij was regelmatig in het verrichten van zijn gebeden en in het verrichten van de vrijwillige gebeden vóór zonsopgang. Hij zorgde voor de zorg en opvoeding van veel kinderen. Hij droeg altijd op aan anderen om aan Khilafat vast te houden. Hij had een heel liefdevolle relatie met iedereen die hij ontmoette. Hij laat zijn vrouw en twee zonen en twee dochters achter. Zijne Heiligheid aba bad dat Allah de overledene een hoge positie in de hemel zou schenken en zijn nageslacht in staat zou stellen de erfenis van zijn deugdzame daden voort te zetten.

Amatus Salam die op 19 oktober 2020 overleed. Ze was de vrouw van Chaudhary Salahuddin Sahib van Rabwah. Ze was gaf veel aandacht aan het verrichten van de vijf dagelijkse gebeden en bracht haar kinderen deze gewoonte bij. Ze ontving veel familieleden in het huis die daar zouden blijven met het doel om te studeren. Ze zorgde ervoor dat alle gezinsleden de dagelijkse gebeden verrichten en dat iedereen de Heilige Koran reciteerde. Ze was buitengewoon gastvrij en zag erop toe dat de gasten op de best mogelijke manier werden opgevangen. Tijdens de dagen van Jalsa Salana (jaarlijkse conventie) waren haar gasten soms tachtig tot negentig in aantal. Ze was een erg geduldig en standvastig persoon. Ze zorgde altijd voor de armen en behoeftigen. Ze hield veel van Khilafat. Zijne Heiligheid aba bad dat Allah haar met genade en vergeving zou behandelen, haar positie in de hemel zou verheffen en haar nageslacht in staat zou stellen de erfenis van haar deugdzame daden voort te zetten.

Mansoora Bushra die op 6 november 2020 is overleden. Ze was de moeder van Dr. Latif Qureshi, die onlangs is overleden. Ze was de kleindochter van een metgezel van de Beloofde Messias (as). Ze was regelmatig in haar gebeden en miste het beluisteren van de vrijdagpreek nooit. Ze hield veel van Khilafat. Zijne Heiligheid aba bad dat Allah haar met genade en vergeving zal behandelen en haar positie in de hemel zal verheffen.

Voor de volledige vrijdagpreek, en de engelstalige samenvatting van de vrijdagpreek van het internationale Hoofd van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, de Vijfde Khalifa (Kalief), Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba), zie de volgende link: https://www.alislam.org/friday-sermon/2020-11-27.html