Skip to content

Mannen van Uitmuntendheid – Abu Lubabah (ra); Ansa (ra); Marsad bin Abi Marsad (ra) | Vrijdagpreek Hazrat Khalifa-tul-Masih V(aba) | 27 Januari 2023

Feature image

Klik hier om de video te bekijken

Na het reciteren van Tashahhud, Ta`awwuz en Surah al-Fatihah, zei Zijne Heiligheid, Hazrat Mirza Masroor Ahmad (aba) dat hij door zou gaan met het vermelden van details over bepaalde Metgezellen.

Hazrat Abu Lubabah bin Abdil Mundhir (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de eerste Metgezel die hij zou noemen Hazrat Abu Lubabah bin Abdil Mundhir (ra) is. Hoewel zijn leven al genoemd is, zijn er ook nog enkele andere overleveringen over hem aan het licht gekomen. Het is overgeleverd door Hazrat Abbas (ra) dat het volgende vers werd geopenbaard met betrekking tot Hazrat Lubabah (ra) en negen anderen:

‘En er zijn anderen die hun fouten hebben erkend.’ (De Heilige Koran, 9:102)

Deze mensen waren achtergebleven bij de Slag van Taboek en hadden later berouw getoond.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Khansa’s (ra) echtgenoot Hazrat Unais (ra) was gesneuveld tijdens de Slag van Uhud. Haar vader liet haar toen met iemand trouwen hoewel zij daar niet tevreden mee was. Toen zij naar de Heilige Profeet (vzmh) ging en de zaak aan hem voorlegde, annuleerde de Heilige Profeet (vzmh) haar huwelijk en zij trouwde later met Hazrat Lubabah (ra). Uit dit huwelijk werd Hazrat Sa’ib (ra) geboren.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Lubabah (ra) eens met enkele andere Metgezellen was toen zij een man in gescheurde kleding tegenkwamen die hen vertelde dat hij de Heilige Profeet (vzmh) hoorde zeggen: “iemand die de Heilige Koran niet op een mooie manier reciteert, is niet van ons.”

Hazrat Abu al-Zayyah bin Thabit bin Nu’man (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Abu al-Zayyah bin Thabit bin Nu’man (ra). Het is vastgelegd dat hij met de Heilige Profeet (vzmh) op weg ging naar de Slag bij Badr, maar hij raakte onderweg gewond waardoor hij niet verder kon, maar de Heilige Profeet (vzmh) hield een deel van de buit voor hem achter.

Hazrat Ansa Maula Rasulullah (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Ansa Maula Rasulullah (ra). Hij werd geboren in Sara, een plaats nabij Abessinië en Jemen.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat volgens Imam Zuhri, de Heilige Profeet (vzmh) mensen toestond om hem te komen ontmoeten na Zuhr (vroeg middaggebed). Het is vastgelegd dat Hazrat Ansa (ra) degene zou zijn die toestemming vroeg aan de Heilige Profeet (vzmh) voor individuen om binnen te komen en hem te ontmoeten.

Hazrat Marthad bin Abi Marthad (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Marthad bin Abi Marthad (ra). Het is vastgelegd dat hij ook deelnam aan de Slag van Uhud en hij sneuvelde in de expeditie van Raji. Een van zijn zonen, Unais (ra) stond ook aan de zijde van de Heilige Profeet (vzmh) tijdens de verovering van Mekka en de Slag bij Hunain.

Hazrat Abu Marthad Kannaz bin al-Husain al-Ghanawi (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Abu Marthad Kannaz bin al-Husain al-Ghanawi (ra). Hij was beter bekend onder de naam Kannaz bin Husain. Hij was even oud als Hazrat Hamzah (ra). Hij was lang en had dik haar. Zowel hij als zijn zoon namen deel aan de Slag van Badr. Het is vastgelegd dat in 2 AH, de Heilige Profeet (vzmh) een gezantschap van 30 Metgezellen stuurde onder leiding van Hazrat Hamzah (ra) naar Eez, in Seeful Bahr. Abu Jahl stond daar te wachten met zijn leger en een gevecht stond op het punt uit te breken, maar de lokale leider Majdi al-Amr bin Juhni voorkwam dat het gebeurde. Dit staat bekend als de expeditie van Hamzah bin Abdul Muttalib en Hazrat Abu Marsad maakte deel uit van dit gezantschap. Het is vastgelegd dat de Heilige Profeet (vzmh) een vlag schonk aan Hazrat Hamzah (ra), en Hazrat Marsad was degene die deze vlag droeg.

Hazrat Salit bin Qais bin Amr (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Salit bin Qais bin Amr (ra). Hij was van de Banu Adi bin Najjar, een tak van de Khazraj. Het is vastgelegd dat Hazrat Salit (ra) Walid bin Walid, de broer van Hazrat Khalid bin Walid (ra) gevangen nam tijdens de Slag van Badr. Op de dag van de verovering van Mekka droeg Hazrat Salit (ra) de vlag van de Banu Ma’azin. Hij droeg dezelfde vlag ook tijdens de Slag bij Hunain.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat tijdens het tijdperk van Hazrat Umar (ra), de Slag bij Jisr plaatsvond. Er is opgetekend dat 2000, of volgens sommige andere bronnen 6000 Perzen werden gedood. Bronnen tonen aan dat 1800 tot 4000 Moslims sneuvelden in deze strijd, en onder hen was Hazrat Salit (ra). Volgens sommige verhalen was hij de laatste van de Moslims die sneuvelde.

Hazrat Mujazzar bin Ziyad (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding Hazrat Mujazzar bin Ziyad (ra) betreft. Het is vastgelegd dat tijdens het Tijdperk van Onwetendheid, Hazrat Mujazzar (ra) Suwaid bin Samit doodde, wat leidde tot de Slag van Bu’ath. Later accepteerden Hazrat Mujazzar (ra) en Hazrat Harith bin Suwaid bin Samit (ra) beiden de Islam, maar Hazrat Harith (ra) bleef een gelegenheid zoeken om wraak te nemen voor zijn vader. Tijdens de Slag van Uhud, toen de Mekkanen zich omdraaiden en de Moslims aanvielen, vond Hazrat Harith (ra) een kans en doodde Hazrat Mujazzar (ra). De engel Gabriel informeerde later de Heilige Profeet (vzmh) en zei dat hij voor deze misdaad de doodstraf moest uitvaardigen. Volgens Al-Tabaqat al-Kubra sprak de Heilige Profeet (vzmh) dit vonnis uit in Quba.

Hazrat Rifa’ah bin Rafi’ bin Malik bin Ajalan (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Rifa’ah bin Rafi’ bin Malik bin Ajalan (ra). Het is opgetekend dat hij eens, terwijl hij naar Mekka reisde, de Heilige Profeet (vzmh) onder een boom zag zitten. Hij en zijn neef besloten hun bezittingen bij deze persoon achter te laten. Zij groetten hem volgens de gebruikelijke groet in het tijdperk van onwetendheid, maar hij antwoordde met de Islamitische groet. Zij herkenden hem eerst niet en vroegen hem daarom naar de nieuwe pretendent (profeet). De Heilige Profeet (vzmh) vertelde hen dat hijzelf die persoon was van wie zij hadden gehoord. Vervolgens vroegen zij hem naar zijn leer. De Heilige Profeet (vzmh) vroeg hen wie de hemelen, de aarde en de bergen had geschapen; zij antwoordden dat God dat was. Vervolgens vroeg de Heilige Profeet (vzmh) wie de afgoden geschapen had, waarop zij antwoordden dat zij die geschapen hadden. De Heilige Profeet (vzmh) vroeg toen of de Schepper, of het geschapene meer waard was aanbeden te worden? Hazrat Rifa’ah (ra) ging toen rond de Ka’bah en bad en vroeg of hij loten zou trekken, en als de Heilige Profeet (vzmh) waarachtig was, dan liet hij zijn pijl er telkens uitkomen, en zo geschiedde, waarop Hazrat Rifa’ah (ra) luidkeels zijn geloof verkondigde door de Kalimah (Islamitische geloofsbelijdenis) te reciteren. Hij ging toen naar de Heilige Profeet (vzmh) en accepteerde hem.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat volgens een overlevering Hazrat Rifa’ah (ra) tijdens de Slag bij Badr met een pijl in het oog werd getroffen. De Heilige Profeet (vzmh) plaatste wat van zijn speeksel op het oog van Hazrat Rifa’ah (ra) waarna er geen ongemak meer was. Volgens andere vertellingen vond dit plaats bij zijn vader Hazrat Rafi’ (ra), maar in ieder geval was het resultaat hetzelfde.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de Heilige Profeet (vzmh) eens in de moskee zat toen een man, die er uitzag als bedoeïen, kwam en begon te bidden. De Heilige Profeet (vzmh) zei tegen hem dat hij terug moest gaan en het gebed opnieuw moest verrichten, omdat hij het niet goed had gedaan, omdat hij een licht gebed had verricht. Hij zei hem een paar keer terug te gaan en dit baarde de metgezellen daar ook zorgen, uit angst dat ook zij het gebed verkeerd verrichtten. Hij vroeg toen aan de Heilige Profeet (vzmh) om hem te leren hoe hij het gebed moest verrichten, wat de Heilige Profeet (vzmh) vervolgens deed. Het is overgeleverd door Hazrat Rifa’ah (ra) dat de Heilige Profeet (vzmh) zei dat het gebed van een persoon niet compleet is totdat hij de kleine wassing correct verricht. Hij vertelde ook dat de Heilige Profeet (vzmh) zei dat wanneer men staat en naar de Qiblah kijkt, men Allahu Akbar (Allah is de grootste) zegt, Surah al-Fatihah reciteert, een gedeelte van de Koran reciteert zoals men zich herinnert. Wanneer men in ruku’ (buigen) is, moeten beide handen op de knieën liggen en de rug moet recht gehouden worden. Bij sajdah (prostratie) dient men dit voorzichtig te doen. Wanneer men vervolgens zit, dient men op het rechterbeen te zitten.

Hazrat Usaid bin Malik bin Rabi’ah (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Usaid bin Malik bin Rabi’ah (ra). Het is vastgelegd dat hij deel uitmaakte van de Slag bij Badr. Hij verloor later zijn gezichtsvermogen, maar hij placht te zeggen dat als hij zijn gezichtsvermogen nog had, hij zou laten zien waar de engelen vandaan kwamen op de dag van Badr.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Usaid (ra) bij de Heilige Profeet (vzmh) was toen er iemand kwam en hem vroeg of men nog steeds vriendelijk moet zijn tegen ouders na hun overlijden. De Heilige Profeet (vzmh) antwoordde bevestigend en zei dat men voor hen moet bidden, vergeving voor hen moet zoeken, hun eden moet nakomen, goede banden met hun familieleden moet onderhouden en hun vriendschappen moet onderhouden. Op deze manier zullen zij beloond blijven.

Hazrat Abdullah bin Abd al-Asad (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding Hazrat Abdullah bin Abd al-Asad (ra) betreft. Volgens een overlevering behoorde hij tot de eersten die van Mekka naar Medina migreerden.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat toen de Heilige Profeet (vzmh) vernam dat Tulaihah en Salamah hun volkeren opriepen om tegen de Heilige Profeet (vzmh) te vechten, de Heilige Profeet (vzmh) 150 moslims onder leiding van Hazrat Abdullah (ra) naar Banu Salamah stuurde en hem een vlag gaf. Hij droeg hem op om een aanval uit te voeren voordat de Banu Asad van hun komst hoorde.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat het is opgetekend dat Hazrat Abdullah (ra) deelnam aan de Slag van Badr en de Slag van Uhud. Uiteindelijk was het te wijten aan een verwonding opgelopen in de Slag van Uhud die leidde tot zijn uiteindelijke overlijden.

Hazrat Khallad bin Rafi’ al-Zurqi (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding Hazrat Khallad bin Rafi’ al-Zurqi (ra) is. Hij was van de Ajlan tak van de Khazraj stam. Al zijn kinderen stierven op jonge leeftijd.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat het verhaal over een persoon die door de Heilige Profeet (vzmh) werd geleerd hoe het gebed te verrichten Hazrat Khallad (ra) was.

Hazrat Abbad bin Bishr (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Abbad bin Bishr (ra). Het is vastgelegd dat tijdens de Slag bij de Gracht, de ongelovigen rondcirkelden, en dus riep de Heilige Profeet (vzmh) Hazrat Abbad (ra) en droeg hem en enkele anderen op om het gebied rond de Gracht te inspecteren, want er waren ongelovigen die hen hoopten aan te vallen wanneer zij dat het minst verwachtten. De moslims vonden de ongelovigen en vuurden pijlen zodanig dat de ongelovigen gedwongen werden te vluchten. Het is ook vastgelegd dat Hazrat Abbad (ra) altijd dicht bij de tent van de Heilige Profeet (vzmh) bleef en deze beschermde.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat A’ishah (ra) placht te zeggen dat er drie Metgezellen onder de Ansar waren wiens superioriteit ongeëvenaard was, en Hazrat Abbad (ra) was één van hen.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat Hazrat Abbad (ra) naast de Heilige Profeet (vzmh) stond tijdens de bespreking van het Verdrag van Hudaibiyah, en toen Suhail zijn stem verhief, zei Hazrat Abbad (ra) hem zijn stem te verlagen in de aanwezigheid van de Heilige Profeet (vzmh). Hij was altijd aanwezig en altijd klaar om de Heilige Profeet (vzmh) te beschermen.

Hazrat Hatib bin Abi Balta’ah (ra)

Zijne Heiligheid (aba) zei dat de volgende vermelding gaat over Hazrat Hatib bin Abi Balta’ah (ra). Hij overleed in 30 AH en Hazrat Uthman (ra) leidde zijn begrafenisgebed. Het is opgetekend dat Hazrat Abu Bakr (ra) hem naar Egypte stuurde met een verdrag. Het is vastgelegd dat hij op de dag van zijn overlijden 4000 dinar achterliet in Medina. Eens klaagde Hazrat Hatib’s (ra) slaaf over hem bij de Heilige Profeet (vzmh), zeggende dat hij zeker de hel zou binnengaan. De Heilige Profeet (vzmh) zei dat dit niet zo kon zijn omdat hij deelnam aan de Slag bij Badr en aanwezig was bij het Verdrag van Hudaibiyah.

Zijne Heiligheid (aba) zei dat er nog enkele Metgezellen zijn die hij in de toekomst zal noemen.

Samenvatting vrijdagpreek door de Ishaat team MKA NL. De Ishaat team neemt de volledige verantwoordelijkheid voor eventuele fouten of miscommunicatie in deze samenvatting van de vrijdagpreek